Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Onze Schepper heeft rijke lessen in de natuur gelegd, waar we op geestelijk gebied veel van kunnen leren. Je ziet dat in de vorige sessie over de metamorfose van rups naar vlinder. We gaan nu verder door op de geestelijke strijd van het geloof.
Paulus had een oprechte zoon in het geloof’ namelijk de jonge Timotheüs (1 Tim. 1:2). Hij wilde hem bewaren tegen de valstrikken, zonden en aanvallen van kwade (dwaal)geesten en verleiders. Hij schrijft in 1 Tim. 6:11-12a: ‘U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag daarentegen gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na. Strijd de goede strijd van het geloof.’Gelovigen moeten waakzaam en staande blijven in de geestelijke strijd. Er zijn valstrikken, en er liggen vijanden op de loer.
De gelovige lijkt hierin ook weer op een vlinder, die zich veilig moet leren handhaven in een verheven positie. De vlinder bevindt zich in een strijdtoneel, met dreigende gevaren. Het zijn vooral de roofzuchtige spinnen die een voortdurende bedreiging vormen voor kleine insecten en vlinders.
Leef geestelijk als een vlinder van God
God vernieuwt het geestelijk leven van een zondaar. Hij maakt van hem een nuttige gelovige, die tot Zijn eer wil gaan leven. Zijn leven maakt dan een hoge vlucht. Geestelijk mag je dan als een vlinder in het licht verkeren. Je wandelt dan in het licht met Jezus! Wat een heerlijke positie!
Jezus leert ons in Joh.8:12: ‘Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’
Gelovige, laat er altijd hemels licht op je pad zijn
Wees waakzaam in je verheven positie als vlinder van God
Bijzondere ogen en vleugels
We kunnen ons afvragen hoe het mogelijk is dat zo’n grote veelvraat van een rups kan veranderen in een tere en mooie vlinder. Een vlinder lijkt niet meer op de rups die deze vroeger was. De ogen van de vlinder zijn groter en ingewikkelder dan de kleine ogen van de rups. Deze worden bij de vlinder ‘facetogen’ genoemd. Bovendien heeft de vlinder lange antennes.
Gelovigen kunnen ook meer zien dan ongelovigen. Zij hebben ‘geloofsogen’, waarmee zij de geestelijke zaken van het Koninkrijk van God kunnen waarnemen. Gelovigen zijn ‘ziende’ gemaakt, om heerlijkheid in de Zon der gerechtigheid te kunnen zien. Zij zien op Jezus!
Gods liefde is als het zonlicht. De vleugels zijn de radiators van de vlinders. Hierdoor nemen ze de energie van de zon op, waardoor ze actief kunnen zijn. Vlinders kunnen hun lichaamstemperatuur zelf niet op peil houden. Ze zijn, net als alle insecten, van zichzelf koudbloedig. Hun vleugels werken als een soort zonnepanelen, waardoor ze de warmte van de zon in zich opnemen, zodat ze genoeg energie krijgen om te kunnen vliegen.
We weten vanuit Openb.12:14 dat de gelovigen twee vleugels hebben gekregen, om buiten het gezicht van de slang te kunnen komen, om gevoed te worden. Gelovigen worden gevoed door de liefde en de onderhoudende genade van God in Jezus Christus.
In de Bijbel zijn veel voedzame bloemen te vinden in de woorden en beloften van God. Het Woord van God is als honing voor de gelovige ziel.
Vlinders hebben in hun lange tong (het rietje) een vermogen ontvangen om zelfs bij moeilijke bloemen nectar te kunnen zuigen. De nectar geeft hun de nodige energie om te kunnen vliegen. Dit zijn prachtige voorbeelden van eigenschappen die gelovigen hebben boven zondaren.
Wees als een vlinder van God!
Als een vlinder van God
– ben je bevoorrecht met een hoge positie
– moet je standhouden in de vrijheid
– mag je kracht ontvangen vanuit Gods Woord
– mag je licht en liefde ontvangen
– mag je dankbaar leven tot eer van God
We moeten ervan uitgaan dat spinnen zijn waar vlinders zijn. De meest veilige plaats voor vlinders is het heldere zonlicht. Ze zijn bevoorrecht boven de rups om te kunnen vliegen in het zonlicht. Zij moeten van dit vermogen gebruikmaken!
In de Bijbel zijn veel voedzame bloemen te vinden
in de woorden en beloften van God
Het Woord van God is als honing voor de gelovige ziel
We hebben de nectar van Gods Woord nodig om goed te kunnen vliegen voor het aangezicht van God. Ons geloofsleven zal groeien en bloeien als we ons veelvuldig voeden door de krachtige woorden van God. Het is de moeite van de heerlijke inspanningen waard! De vlinder mag genieten van het zoete voedsel van de bloem en van de heerlijke warmte van de zon. Zo is het geestelijk gezien ook bij de gelovige. Daarbij is het heerlijk voldoende kracht te ontvangen om ontspannen te vliegen boven al de mooie bloemen van God.
Ons geloof kan een hoge vlucht maken als we verlangend gebruikmaken van Gods heerlijke voorzieningen voor Zijn kinderen.
Wees geen nachtvlinder
Er zijn ook nachtvlinders die het niet lang volhouden; zij leven slechts een paar dagen. Enkele nachtvlinderfamilies, zoals de nachtpauwogen hebben helemaal geen tong en nemen als vlinder geen voedsel meer op. Ze leven eigenlijk alleen maar uit de als rups opgebouwde reserves – daar halen ze hun energie uit. Dat is eigenlijk een trieste zaak.
Je zou het kunnen vergelijken met zondaren die slechts vanuit hun oude leven zich voor een tijd als vlinder voordoen. Deze vergelijking gaat op andere facetten niet op. Het is triest dat zo’n persoon, die maar een tijdje als gelovige leeft, geen mogelijkheden heeft om ‘de nectar’ uit het Woord van God voor zichzelf te halen. Hij kan er zodoende geen kracht uit putten. Het betreft een nachtvlinder.
De vergelijking gaat het beste op met dagvlinders, die hun energie ook uit het zonlicht halen. Ik laat de dagvlinder ik nu weer aan het woord. (Het is dezelfde tekst als in de vorige sessie, maar nu met het oog op het gelovig standhouden in geestelijke strijd):
Vlinder:
‘Hallo, ik ben een vlinder. Ik weet nog goed met hoeveel moeite ik uit de pop kwam. Het was een wonderlijk gebeuren. In dit proces was er geen weg terug. Ik moest alles op alles zetten. Mijn vleugels zagen er aanvankelijk verfrommeld en gekreukt uit. Ik kon er niet mee uit de voeten. Het enige wat ik noodgedwongen kon doen, was kruipen naar een hoger deel van de plant waar ik was ‘geboren’. Toen kwam ik onder de invloed van de warme zonnestralen. Ik werd hierdoor in staat gesteld om bloed in de aderen van mijn vleugels te pompen. Mijn vleugels konden zich oppompen en ontvingen het warme zonlicht. Wat een heerlijke energie kwam er toen in mijn leven!
Ik voel me afhankelijk van de warmte en het licht van de zon. Als het wat warmer is, zo rond de 25 graden, heb ik meer energie. Ik wil ontspannen vliegen in het zonlicht en bloemen opzoeken waarin de heerlijke energiedrank nectar zit. In mijn twee antennes heb ik een goed ontwikkeld reukorgaan, waardoor ik de geurige bloemen goed weet te vinden. Voor voedingrijke bloemen moet je een goede reuk hebben. Ik heb oog voor het schone dat de wereldtuin mij als vlinder heeft te bieden.
Wat een verschil met mijn oude leven als rups! Nu zie ik pas goed wat ik heb gemist in mijn voortijds. Eigenlijk vind ik het ook wel een droevige zaak dat ik als rups nogal wat heb uitgevreten. Ik heb verschillende jonge groenteplanten verwoest. We waren met heel wat rupsen verkeerd bezig… maar je wist toen niet beter. Ik moest in mijn levensonderhoud voorzien door planten kapot te maken. Gelukkig had de eigenaar geduld met ons en liet hij ons onze gang gaan. Ik denk dat hij ons toen al zag als de vlinders van vandaag. Hij is heel aardig voor ons. Je kunt zien dat hij zichtbaar van ons geniet. Je kunt zomaar op zijn hand gaan zitten. Hij bestudeert me dan goed. Ik denk dat hij tevreden met me is.
Daarna zoek ik weer een bloem op, om weer wat energie op te doen. Het is een heerlijk iets om te weten dat ik geliefd ben en gewaardeerd wordt.
Ik heb begrepen dat ik als vlinder tot nut ben door stuifmeel van de ene naar de andere bloem te brengen. Door deze bestuiving kunnen er nog meer bloemen komen, wat de eigenaar natuurlijk ook wil. Al met al is het een goede zaak geweest om van een onnuttige rups een nuttige vlinder te worden.
Ik ben eigenlijk ook wel kwetsbaar. Ik kan spoedig worden gepakt door een vogel, een spin of een ander dier. Door slechte weersomstandigheden kunnen mijn vleugels beschadigen of kan ik te weinig energie opdoen.
De laatste tijd zijn de spinnen bijzonder actief in de tuin. Ze plaatsen overal webben, vooral op voor mij aantrekkelijke plaatsen. Ze houden goed in de gaten waar wij als vlinders graag komen. Ze zijn lichtvoetig en snel om je te verstrikken in hun web.
Het lijkt wel alsof ze onze gangen nagaan, terwijl ze ons op de meest listige en gemene wijze willen vangen. Als je eenmaal in een web vastzit, kun je er zelfstandig niet meer uit. De eigenaar heeft me gelukkig al een keer uit een web bevrijd. Mijn sterkste wapens zijn mijn beide vleugels. Voor de rest moet ik goed uitkijken waar ik vlieg. Je moet als vlinder weten waar de spinnen zitten en hoe ze je te pakken kunnen nemen. Het is belangrijk dat ik zoveel mogelijk in het licht blijf vliegen. Er moet genoeg licht op mijn pad zijn, zodat ik kan zien waar het gevaar op mij loert. Door licht en ervaring heb ik een scherp onderscheidingsvermogen gekregen.
Als ze een vlinder echt te pakken krijgen, wordt deze volledig ingepakt en leeggezogen. Je kunt het bijna niet aanzien… ik word er spinnijdig van.
Ik weet nu wat mij te doen staat: ik moet uit de buurt van de spinnen blijven en wegvluchten als ze eraan komen. Dus: opletten geblazen… en wegwezen!
En als ik bang word, vlieg ik maar weer omhoog naar het zonlicht…. Dan voel ik me weer vrij en blij; dan zet ik ongestoord mijn weg voort… naar een bloem, die me met een wijd geopend hart staat op te wachten!’
Roofzuchtige spinnen
Demonen zijn als spinnen
en de spinnen
– zijn listige en gemene roofdieren
– zijn op zeer veel plaatsen te vinden
– loeren altijd op prooi
– werken snel en effectief
– verstrikken en verlammen
Inmiddels zijn we bij de spinnen aangekomen. De vlinder heeft ons er al iets van verteld. Spinnen zijn listige en gemene roofdieren. Zij zoeken voortdurend naar een prooi. Zij loeren op bloed. Het grote doel van de spin is: om zoveel mogelijk insecten te eten (en dus te vernietigen). Alles bij de spinnen is erop gericht om prooi te vangen. Zij zullen geen gelegenheid voorbij laten gaan om hun vernietigend werk uit te voeren. Zij proberen te vangen door list. Een belangrijk middel hiertoe is het web. Dit web zullen ze zoveel mogelijk benutten en uitbreiden.
Ze proberen hun omgeving goed in de gaten te houden. De meeste spinnen hebben acht ogen, waarbij ze de trillingen met het haar opmerken en zich zodoende een beeld vormen van de directe omgeving.
Iemand heeft ontdekt dat er wel zo’n 130 spinnen op een vierkante meter in een bos of weiland leven. Dat zijn 1,3 miljoen spinnen per hectare. Je kunt in je buurt dus overal spinnen tegen komen. Dit geldt ook voor demonen. Zodra ze in iemand een prooi ontdekken, zullen ze dit zeker benutten.
Vlinders en andere insecten moeten alert blijven. Met de acht looppoten en 2 tasterpoten kunnen ze snel bij hun prooi komen. De snelste spinnen kunnen wel zo’n 64 km per uur halen! De springspin kan zelfs sprongen maken van 25 keer zijn eigen lichaamslengte.
En dan hebben we het nog niet over het gevaarlijke web dat ze produceren. Spindraad is verhoudingsgewijs sterker dan staaldraad. De spindraad van een kruisspin kan ruim 30% uitgerekt worden tot deze breekt; bij staaldraad is dit 8%.
Vanuit de schuilplaats van een spin kunnen er struikeldraden zijn gesponnen. Hierdoor worden passerende prooidieren gehinderd en wordt de spin gealarmeerd. In een web bevindt zich een signaaldraad, waarmee een spin buiten zijn web contact blijft houden met het centrum van zijn web. Ik laat nu verder een spin aan het woord, waardoor zijn identiteit, drijfveren en activiteiten nog meer aan het licht komen:
Spin:
‘Hallo, ik ben een spin. Ik ben er volledig op gericht om een prooi te verstrikken en te pakken te nemen. Ik geniet ervan om mijn buit door een beet te verlammen en als een bewaarmummie in te wikkelen. Als een vampier zuig ik daarna mijn prooi leeg. Deze bloeddorstigheid hoort bij mijn roofzuchtige aard. Sommigen vinden dat ik een echte gemene kweller ben… dat moet dan maar zo zijn. Mijn twee giftanden moeten productief blijven. Met de signaaldraad hou ik goed in de gaten of ik een prooi kan pakken. De lijmstof in mijn web zorgt ervoor dat het dier vast blijft zitten, zodat ik het kan verlammen.
Mijn activiteiten hebben dus een verlammende werking. Zodra er een insect te dicht in mijn buurt komt, zal ik dit beest proberen te vangen en te doden. Het maakt mij niet uit of het een schadelijk insect is of en mooie vlinder; als ik de kans krijg, maak ik ze allemaal kapot. Ik kan geen medelijden hebben, maar denk alleen maar aan mezelf: als ik de prooi maar heb… welke prooi dan ook.
Ik wordt innerlijk niet bewogen door het angstige geluid dat een insect maakt… en de wanhopige pogingen van het dier om in het leven te blijven, maken mij nog fanatieker om deze prooi verder te verderven.
Ik ken zelfs spinnen die gespecialiseerd zijn op een bepaalde prooigroep. Sommigen liggen in een valkuil op de loer, anderen spuiten lijm en weer anderen zitten in bloemen te wachten op insecten (zij kunnen zelfs de kleur van de bloem aannemen, om maar niet op te vallen). Zo zie je maar hoe listig en gemeen wij spinnen zijn. Wij passen ons zo goed mogelijk aan onze omgeving aan, zodat zelfs de mooiste vlinders erin trappen.
Laat mij maar verlammen, verstrikken, inspinnen, kapotmaken, en leegzuigen… en dan zul je voor de rest geen gemak van me hebben.’
Demonen zijn als spinnen
Als we demonen met spinnen kunnen vergelijken, zie je wel hoe doortrapt en gemeen boze geesten zijn. Er valt niet met ze te spelen, ze nemen je altijd gemeen te pakken.
Demonen lijken in hun identiteit en activiteiten op spinnen
Leer hun identiteit en activiteiten kennen, zodat je geestelijk goed gewapend en wakend door hun gebied kunt trekken. De aarde is hun gebied.
Demonen hebben het op mensen gemunt, maar kunnen ook in dieren varen, zoals we dit lezen in Mark.5:11-13. Na de val van Babylon zal deze verwoeste wereldstad verworden tot een woonstede der duivelen en een bewaarplaats van alle onreine geesten (Openb.18:2). Nu zijn er juist veel spinnen te vinden in verwoeste gebouwen. Daar kunnen ze ongestoord welig tieren. In heidense gebieden worden afgoden en boze geesten openlijk gediend. In de christelijke huizen houden ze zich meer schuil, maar ze zijn er wel. In een gemiddeld Belgisch huis bevinden zich volgens een onderzoeker zo’n 1000 spinnen.
We lezen in Spr.30:28: ‘De spinnenkop grijpt met de handen, en is in de paleizen van de koningen.’
Occulte praktijken
Occult betekent letterlijk: verborgen. Demonen werken op een occulte, verborgen en duistere wijze. Op sommige duistere plaatsen hebben ze meer macht en invloed dan op lichtere plaatsen. Maar juist ook bij de mooiste bloemen en op de aantrekkelijkste plaatsen kunnen ze zich schuilhouden. Zij zitten verborgen in jouw mooie bloemen, waar jij je voedsel uit haalt. Zij houden de schijn op, en verbergen het venijn, om het plotseling te kunnen spuwen.
Zelfs in de kerk zijn ze aan het werk. Ze kunnen goed imiteren, willen geen kleur bekennen en nemen zelfs een vrome kleur aan. Zij doet dit om occult en ongestoord hun verlammende werk te kunnen doen. Ze proberen het geestelijk werk lam te leggen.
Satan en zijn demonen werken ook met signalen. Hierdoor communiceren ze onderling. Satan zendt zijn signalen en bevelen uit. De boze geesten signaleren potentiële prooi. Het voor ons onzichtbare communicatienetwerk is overal waar mensen zijn te vinden.
Openbaring 12: Een blik achter de schermen
In het boek Openbaring wordt ons als het ware een blik achter de schermen getoond. In Openbaring 12 zien we de geestelijke strijd van de duivelen tegen God en de gelovigen. De satan wordt daar de draak genoemd. Satan kan sinds de overwinning van Jezus Christus aan het kruis niet meer in de hemel komen. Hij is volgens Openb.12:9 op de aarde geworpen, waar hij zijn satanische activiteiten op een zeer agressieve en listige wijze voortzet. Satan wordt ook ‘duivel’ genoemd. Het wezen van de duivel is leugen en zonde (Joh. 8:44).
Pas op voor de satanische activiteiten
Het doel van de duivel is mensen te vervreemden van God en te vernietigen. Het Hebreeuwse sātān betekent ‘tegenstander, aanklager’. In het Grieks wordt deze naam ook vertaald met diabolos. Deze heeft als gewoonte om mensen in diskrediet te brengen of verdacht te maken; hij is kwaadsprekend. Diabolos is ook de persoon die uiteenwerpt. Overal waar dus onenigheid, verdeeldheid en scheiding ontstaat, is deze diabolos actief aan het werk; daar is de duisternis aanwezig.
De rode draad die door de wereldgeschiedenis loopt, is de strijd tussen het slangenzaad en het vrouwenzaad. Het ging de satan om het ombrengen van het levende Kind (Openb. 12:4). Hij wil nog steeds het geestelijk zaad van Gods kinderen verwoesten.
We leven op een geestelijk slagveld
In Openb. 12:7-9 zien we een korte samenvatting van de strijd in de hemelse gewesten: de draak en zijn engelen moesten en moeten het onderspit delven. Michaël en zijn strijdengelen hebben de draak en zijn onderdanen al uit de hemel mogen werpen. Denk hierbij vooral ook aan de overwinning van Jezus Christus aan het kruis.
Hij is er ook nu nog met zijn vele demonen op uit om te verleiden, te kwellen, te beschadigen en zoveel mogelijk mensen te gronde te richten. Demonen zijn steeds weer op zoek naar een nieuwe prooi. Zodra er maar een opening of een zwakte is bij een mens, zullen de demonen dit aangrijpen. Zoals spinnen zetten zij overal hun netwerken op. Ze infiltreren ook in andere netwerken, zoals het world wide web. Voor je het in de gaten hebt, zit je erin verstikt. Zodra je op iets verkeerds aanklikt, zit je er aan vast. De schadelijke virussen kunnen dan ongehinderd infiltreren in je bestand.
Zodra er maar een kuil of een dieptepunt in onze levensweg is ontstaan, zal het vuile water van boze erin stromen. De demonische kwellers zoeken hun prooi in de gekwetsten en gewonden. Ze zijn als roofdieren en parasieten.
We leven geestelijk op het slagveld.
De strijd wordt niet alleen boven ons hoofd uitgevochten, maar ook in ons leven en in ons hart.
We worden geestelijk omringd door engelen en demonen.
Insecten en vlinders worden verleid door kleuren en geuren
Er zijn insecten en vlinders die worden aangelokt door de kleur en geur van vleesetende planten. Hoe dichter ze bij de kelken komen, hoe meer ze in een bedwelmende roes geraken. Ze worden er ‘high’ van. Uiteindelijk storten ze ‘swingend en genietend’ in het verderf.
Dit zien we gebeuren met druggebruikers, popmuziekliefhebbers, alcoholisten en veel (jonge) levensgenieters die ‘uit hun dak’ willen gaan. Satan wil als de listige slang juist ook de christenen meesleuren in zijn verleidende rivier (Openb. 12:15).
Pas op voor de verborgen misleider!
Satan werkt door vervolging, maar het sluwste en meest succesvolle wapen van satan is ‘verleiding’. Volgens Openb. 12:9 is de grote rode draak ‘de oude slang, de duivel en de satan, de misleider van heel de wereld’. In dit vers wordt de activiteit van satan ontmaskerd: ‘die de gehele wereld verleidt’. Dit hoort bij zijn identiteit. Hij heeft verleid, hij verleidt en hij zal zolang mogelijk blijven verleiden. Satan gaat meestal op een occulte wijze te werk. Dat betekent: het is er wel, maar je ziet het niet (op het eerste gezicht).
In de hoofdstukken 12 en 13 van de Openbaring worden ook de occulte invloeden en tactieken van satan aan het licht gebracht. In het wereldgebeuren zit de vorst der duisternis achter het toetsenbord van de massamedia. Satan verbergt dingen, maakt zaken occult, duister en mystiek, wekt de nieuwsgierigheid op. Herkennen wij de werken van de vorst der duisternis?
Wanneer ben je in het zicht van de slang?
Je bent binnen het gezichtsveld van de slang als je op de plaatsen van wereldse verleiding komt. Ik denk hierbij aan bars, disco’s en houseparty’s. Hij komt je ook tegemoet in het beeldscherm.
Satan lokt zijn prooi eerst naar zijn (speel)hol en daar begint hij soms langzaam, maar toch zeker aan het slopen en verwoesten van zijn slachtoffer. Hierin werken hij en zijn demonen ook zoals de spinnen.
Twee vleugels om te ontsnappen
In Openbaring 12:14 zien we dat de gelovigen twee vleugels van een grote arend hebben gekregen, om daarmee buiten het gezicht van de slang te kunnen vluchten. De gelovigen of de kerk van God worden daar ‘de vrouw’ genoemd. Er wordt verklaard dat deze twee vleugels het geloof en het gebed zijn. We weten dat een christen gelovig en biddend kan vluchten tot de schuilplaats van de Allerhoogste (Psalm 91). We lezen in Openb. 12:14: ‘En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang.’
Hier kunnen we het ook weer doortrekken naar de vlinder, die kan wegvliegen, en buiten het gevaar kan worden gevoed in het licht. We eindigen dit artikel ook met een tekst over ‘vleugels als arenden’ en vernieuwing van kracht (Jesaja 40:31).
Gebruik de vleugels van geloof en gebed!
Ga zo hoog mogelijk vliegen
Iemand vertelde tijdens een samenkomst een voorbeeld over een rat in een zendingsvliegtuigje. Tijdens de vlucht kwam de rat tussen de bagage vandaan en begon aan bedrading te knagen. De piloot zag geen kans de rat weg te jagen bij de bedrading. Hij zou dan de stuurknuppel los moeten laten, waardoor het vliegtuig omlaag zou storten. Als de rat een kabel zou doorknagen was de kans ook groot dat het vliegtuigje zou neerstorten.
Wat kon de piloot nu nog doen? Opeens kreeg hij een helder idee. Hij zette zijn luchtmasker op en ging zo hoog mogelijk vliegen! Uiteindelijk ging de rat dood door zuurstofgebrek. Het voorbeeld is duidelijk.
Wij moeten ook zorgen zo hoog mogelijk te vliegen, zodat de satan zijn schadelijke activiteiten zal moeten staken. Hij kan en mag niet zo dicht in de nabijheid van God komen, waar de gelovigen door de vleugels van geloof en gebed wel mogen en kunnen komen.
Doe de wapenrusting van God aan
Efeze 6:11 roept ons op: ‘Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.’
Waarom moeten wij de gehele wapenrusting van God aandoen? Dit kunnen we lezen in Efeze 6:12: ‘Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.’
Let op de kwade geesten en hun gedachtespinsels
In de Statenvertaling lezen we: ‘… tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis van deze eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.’ Dat zijn dus de demonen die in de gedachten van mensen infiltreren. Als we gehoor geven aan hun gedachtespinsels en influisteringen, en ons laten misleiden, raken we verstrikt in hun netwerk. Hieronder zie je afgebeeld waar ze ingangen vinden in de (beschadigde) gevoelens en zwaktes bij mensen. Ze misleiden bij onkunde. Ze stimuleren en verergeren negatieve gevoelens. Ze willen de controle overnemen. Verderop zie je hoe we ons er tegen kunnen beschermen. Door het geloof en het positieve denken laten we ons dan inspireren door de Heilige Geest en beschermen door God en Zijn engelen. Door Jezus Christus zijn we veilig en beschermd.
Volgens Efeze 2:2 wandelen ongelovigen ‘overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid’. Het woord ‘geest’ komt van in het Grieks woord ‘pneuma’. Dat is in Efeze 2:2 ‘een aan de duivel ondergeschikte geest’, die dus werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid.
Herken de misleidende geesten
en onderken de geest van deze eeuw
Ongelovigen leven overeenkomstig het tijdperk van deze wereld. Je leeft dan in de invloedssfeer van deze eeuw. Het Griekse woord ‘aion’ voor wereld kun je in dit verband uitleggen als de heersende gedachte van dit tijdperk. Mensen gaan dan hetzelfde denken, krijgen dan enerlei mening (Zie Openb. 17:17). In de vorige eeuw was dit: ‘Doe wat je wilt, dan is het goed’, terwijl het de laatste tijd is: ‘Als het goed voelt, is het goed.’ Het gaat dan niet meer om de wil van God in je leven.
Pas dus op voor de misleidende gedachte van deze tegenwoordige tijd. Raak niet verstrikt in het netwerk van de moderne gedachtespinsels.
Demonen en engelen
In Openb. 12:4 lezen we van de draak: ‘En zijn staart trok het derde deel van de sterren van de hemel, en wierp die op de aarde…’ Als dat de gevallen engelen zijn, betekent het dat een derde deel demonen zijn geworden, onderdanen van de satan. Deze gevallen hoofdengel heette oorspronkelijk Lucifer. Hoofdengel Michaël en zijn onderdanen zijn strijdengelen van God. Hoofdengel Gabriël en zijn onderdanen prijzen God en zijn boodschappers vanuit de hemel. Dat zijn dus de drie (oorspronkelijke) hoofdengelen die we vanuit de Bijbel kennen.
Bescherming door engelen
Ik denk dat er ook een derde van de oorspronkelijke engelen strijdengelen zijn. In dat geval betekent het dat er tegenover iedere kwade demon een goede strijdengel kan zijn. Tegenover elke kwade infiltratie kan er dus een verdediger en overwinnaar vanuit de engelen de gelovigen bijstaan. Over de engelen wordt gesproken in Hebreeën 1:4-7 en 13-14. Volgens vers 14 zijn engelen ‘allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven’. Jezus laat ons weten in Matth. 18:10: ‘Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemel altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is.’ Als we een schuilplaats hebben gevonden bij God, zal Hij voor ons Zijn engelen bevel geven dat zij ons bewaren op al onze wegen (zie Psalm 91:9-12).
Over bescherming door engelen kun je lezen in het artikel ‘Levensverhalen over bescherming’ op deze website. (Het staat als subtitel onder de hoofdtitel ‘Levensverhalen over geestelijke bevrijding’.)
Inspiratie en bescherming
Volgens Psalm 91 ben je veilig in de schuilplaats van de Allerhoogst. In de verzen 3 en 4 lezen we: ‘Want Hij zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelijke pest. Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen.’ Je mag naar God vluchten met de vleugels van geloof en gebed. In Maleachi 4:2 maakt de HEERE bekend: ‘Maar voor u die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn…’ Dat ziet op de heling door de Jezus Christus, de Heiland. Vlucht gelovig tot Hem om liefde, acceptatie, vergeving, kennis, hoop en veiligheid. Je ziet het hieronder afgebeeld.
De gelovigen mogen zich veilig weten door de bescherming van God en de ‘beschermengelen’ die altijd voor hen beschikbaar zijn. Blijf daarom dicht bij God. Dat kan dus door de vleugels van gebed en geloof.
Jezus Christus is de Overwinnaar
in de geestelijke strijd
De eeuwige Koning regeert
‘De HEERE regeert!’ lezen we bij aanvang van de Psalmen 93, 97 en 99. Door het geloof in Jezus Christus zijn we veilig in de schuilplaats van de Allerhoogste (lees maar in Psalm 91). Als volgeling en leerling van Jezus zijn we ook onder de bescherming van de grote Koning.
We moeten leren stand te houden in de wapenrusting van God, in onze positie in Jezus Christus. Door het Lam van God kunnen wij in Zijn overwinning blijven staan.
Je ziet hieronder afgebeeld dat het Lam van God Overwinnaar is. De spinnen zijn hierbij de satan, zijn handlangers en de demonen. Op een andere plaats op de website wordt deze afbeelding verder uitgelegd.
Jezus Christus is niet alleen de uiteindelijke Overwinnaar, maar is nu ook al door Zijn overwinning aan het kruis. Hij is het ook in het leven van de gelovigen. We mogen in de overwinning van Hem leven, zoals de vlinder mag leven in het zonlicht.
Houd stand… en leef in vrijheid!
De vlinder moet zijn goede positie kennen en ook de mogelijkheden om in vrijheid te leven. De gelovigen moeten hun positie in de geestelijke wapenrusting innemen en hun vrijheid bewaren tegenover de strikken en verleidingen van de boze machten van satan.
Ga daarom ook niet als een angstig opgerolde rups in een hoekje zitten. In een bekrompen isolement kunnen juist veel demonen zijn, die je het leven zuur maken. De demonen van twijfel, geestelijke duisternis en geloofsangst tieren welig in bekrompen ruimtes. In het juk van de dienstbaarheid krioelt het van boze invloeden – dit stoffige juk is een broeinest van ellendige geesten.
We lezen niet voor niets in Gal.5:1: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met het juk van slavernij belasten.’ Het is het slavenjuk van satan. Letterlijk staat er, dat Christus ons ‘tot vrijheid heeft bevrijd’. Een vlinder is tot vrijheid bevrijd uit de cocon… en zo is het ook met een gelovige gesteld. De nieuwe taak en positie van de gelovige is ‘standhouden in de vrijheid’.
Een vlinder moet standhouden in de positie van vlinder
Een angstige onderkruiper zal nooit een hoogvlieger worden. Een onderkruiper is volgens het woordenboek ‘een wezen dat niet groeit, dat klein en achterlijk blijft’. Een onderkruiper is ook iemand die een ander in zaken afbreuk doet. Dat ziet op rupsachtige praktijken.
Blijf geen geestelijk onderkruipsel, maar wordt een volwassen geestelijke vlinder. Dat is een imago, een vernieuwde beelddrager, die een nieuwe identiteit in Jezus uitstraalt. Als het licht van Jezus ons bestraalt (2 Kor. 4:4), kunnen we ook het licht van de wereld zijn. Dan lijken we hierin op Jezus, en willen we Zijn liefde doorgeven.
Je bent tot een hoger doel wedergeboren dan om verstrikt te raken in het World wide web van satan. Je hebt leren leven en bewegen door het heldere licht van God en in de liefde van Jezus Christus – waarom zou je dan jezelf in de duisternis terugtrekken?
Wees dankbaar, kleine vlinder van God,
en leef tot eer van je Maker!
Je bent ontpopt als een geestelijke vlinder uit het vleselijke leven als rups. Leef dan ook als geestelijke vlinder van God… en niet als een vleselijke rups van satan. Haal geen voedsel meer uit je oude rups. Er is genoeg geestelijke energie te vinden in de nectar van het Woord van God en in het liefelijk licht van de Zon der gerechtigheid.
We lezen van de kracht die God uitdeelt: ‘Hij geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft. Jongeren zullen moe en afgemat worden, jonge mannen zullen zeker struikelen; maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden, zij zullen lopen en niet moe worden’ (Jes.40:29-31).
Met de vleugels van geloof en gebed mag je vluchten onder de vleugels van de Allerhoogste God. David bidt in Psalm 17:8: ‘Verberg mij onder de schaduw van Uw vleugels.’ (Zie ook Psalm 91:1-4.) Gelovige, weet je veilig en kom tot rust door Opwekking 695, dat je hieronder kunt lezen en aanklikken op YouTube:
verberg mij nu
onder uw vleugels Heer,
houd mij vast
in Uw sterke hand.
als de oceaan haar krachten toont,
zweef ik met U hoog
boven de storm.
Vader, U bent sterker dan de vloed.
Dan word ik stil;
U bent mijn God!
vind rust mijn ziel
in God alleen.
Ken Zijn kracht,
vertrouw Hem en wees stil.
als de oceaan haar krachten toont,
zweef ik met U hoog
boven de storm.
Vader, U bent sterker dan de vloed.
dan word ik stil;
U bent mijn God!
YouTube-video Alpha-cursus 2012 – opwekking 695 – Stil
(Tekst en muziek van Reuben Morgan. Vertaling door: Gert van der Vijver.)
Opdrachten voor in de discussiegroepjes
Samen lezen: Openbaring 12:1-18.
1. In dit hoofdstuk wordt ons een blik achter de schermen van de wereldgeschiedenis getoond. Je ziet daarin het gebeuren in de geestelijke wereld. Probeer er samen achter te komen wie de vrouw, haar Kind, de draak en de sterren zijn.
2. Wat maken ze allemaal mee in de wereldgeschiedenis: de vrouw, haar kind, de draak en de sterren? Welke strijd hebben ze te strijden? Hoe verloopt deze strijd?
3. Uiteindelijk staat de vrouw symbool voor de gelovigen. Hoe wordt ze bedreigd en hoe kan ze zich in veiligheid brengen? Wat kunnen wij daarvan leren?
4. Vergelijk het nu met de vlinders en de spinnen. Waardoor lopen vlinders gevaar? Hoe kunnen ze veilig zijn? Hoe is dat bij een gelovige en kwade geesten of verleidende machten? Wat herken je ervan in je eigen leven?
5. Welke mogelijkheden en mooie eigenschappen heeft een vlinder om te overleven? Hoe is dat bij gelovigen en bij jou?
6. Met welke verleidingen, geestelijke gevaren en zwakheden heb je te maken, die je verhinderen om rustig bij God te kunnen schuilen?
7. Van welke volgende negatieve gevoelens, gedachten en infiltraties heb je nogal eens last: angst, schuldgevoel, afwijzing, boosheid, afgunst of twijfel? Wat is hierbij het nadeel van onkunde?
8. Probeer elkaar eens aan te moedigen, om het om te zetten in: liefde, vergeving, acceptatie, geloof, hoop, en veiligheid. Welke kennis is hierbij belangrijk?
9. Wat kun je met de vleugels van geloof en gebed bereiken? Betrek hierbij het verhaaltje van de piloot en de rat in het vliegtuigje. Welke positieve ervaring heb je zelf met de vleugels van geloof en gebed?
10. Gebruik nu samen de vleugels van geloof en gebed om met elkaar en voor elkaar te bidden. Ontvlucht daarbij de negatieve gevoelens die er nog zijn. Geef alles maar over aan God. Breng elkaar bij Jezus en in de schuilplaats van de Allerhoogste.
Je kunt bijvoorbeeld hardop (laten) proclameren:
‘Ik laat nu mijn angst, schuldgevoel, boosheid, afgunst, twijfel en gevoel van afwijzing varen. Ik vlucht biddend tot U, o God, om genade, en om bij U te schuilen. Ik heb U nodig.
Ik kom in geloof tot U, Jezus, mijn Heiland. Ik verlang naar acceptatie, vergeving en veiligheid, en meer geloof, hoop, liefde en kennis van U. Ik aanvaard gelovig alles wat U mij geeft. Ik geef mij over aan U, mijn Verlosser en Koning. Ik wil U liefhebben en dienen. Ik schuil bij U.
Dank U, Heere God, voor Johannes 3:16. Dank U wel voor Uw Evangelie: dat U de wereld zo hebt liefgehad, dat U Uw eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Ik wil in U geloven, Jezus, en ik aanvaard U als mijn Verlosser en Heer. Ik geef mijn leven aan U over.