22. Verhinderingen voor geestelijk herstel
Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Stenen kunnen de bron van ons hart blokkeren
We lezen in Gen.26 dat Izak te maken had met dichtgestopte waterputten. De Filistijnen hadden dat uit jaloersheid gedaan. In vers 15 staat er: ‘Al de putten die de dienaren van zijn vader Abraham gegraven hadden, stopten de Filistijnen dicht en vulden ze met aarde.’ Daar zit een herkenbare les in. Onze geestelijke vijanden zullen proberen om onze geestelijke bron dicht te stoppen.
Door wat anderen ons aandoen
Toegewijde gelovigen ontmoeten tegenstand. De duivel is de tegenstander en laat zijn onderdanen stenen gooien naar actieve gelovigen. Negatieve reacties, pijnlijke opmerkingen en roddels kunnen ons diep in het hart treffen.
De stenen van onkunde vanuit de wereld missen nogal eens hun doel. Je weet hoe ze daar denken. Ze kunnen met opmerkingen gooien die nergens op slaan en ons dus ook niet treffen.
Stenen vanuit de godsdienstige wettische wereld komen veel pijnlijker over. De Joden probeerden Jezus al te stenigen (Joh.8:59, 10:31). In Hand.8:58 zie je dat ze vrijmoedige getuige Stefanus hebben gestenigd.
Op geestelijke wijze worden er stenen in onze bron geworpen. Als ze je diep treffen, kunnen ze blijven liggen op de bodem van je hart. Bij herhaling zullen deze stenen dan de doorstroming in jouw bron gaan blokkeren.
Het kunnen stenen van afwijzing en vernedering zijn. Als je vrijmoedig mocht getuigen van het geloof in Jezus, kunnen sommige mensen stenen van onbegrip en afgunst naar je gooien. Izak werd rijk gezegend door de HEERE (Gen.26:12-14). De Filistijnen konden de welvaart van hem niet hebben, en stopte uit jaloersheid de waterputten voor hem dicht.
Tegenstanders kunnen proberen ons te ontmoedigen en te kwetsen. Zij gooien stenen van boosheid en angst in onze bron. Als we ons dit aantrekken, kunnen deze stenen zich opstapelen in onze bron. Boosheid en angst kunnen gekwetste gelovigen geestelijk belasten.
We kunnen ook in moeilijke omstandigheden worden gebracht, waarin we verkeerd reageren en fouten maken. Mensen kunnen ons gaan beschuldigen en belasteren. Stenen van teleurstelling en zelfbeschuldigingen kunnen ons dan treffen en onze vrijmoedigheid blokkeren.
Door wat we onszelf aandoen
Door zonden wordt ons hart verontreinigd, waardoor we onze vrijmoedigheid kunnen verliezen. We gaan ons dan schamen en kunnen zelfs depressief worden. We gaan onszelf herkennen in de Psalmen 32 en 51. In Psalm 32:4 geeft David aan dat door zijn zonde zijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte.
Gelukkig kwam er bij David na schuldbelijdenis weer doorstroming. Daarna kon hij weer een getuige zijn van een barmhartig God. In Psalm 51:12-15 bidt hij:
‘Schep mij een rein hart, o God,
en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.
Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht
en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg.
Geef mij de vreugde over Uw heil terug,
ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid.
Dan zal ik de overtreders Uw wegen leren
en zondaars zullen zich tot U bekeren.’
Leer gelovig volgen
Hoe worden wij verlost van twijfel en negatieve gevoelens, waardoor wij geestelijk de mist ingaan? De oplossing heeft te maken met geloof en vertrouwen in God.
Geloof verdrijft onze twijfel
Liefde tot God en vertrouwen in Zijn leiding leren ons rustig volgen. Als ik mijn hand in Zijn hand leg, wijst Hij mij de weg.
Velen zijn al bemoedigd door het bekende lied van Jacqueline van der Waals:
Wat de toekomst brengen moge, mij geleid des Heeren hand;
moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed.
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig kalme moed.
In het laatste couplet klinkt het:
Waar de weg mij brengen moge,
aan des Vaders trouwe hand,
loop ik met gesloten ogen
naar het onbekende land.
We het rustgevende geloofsvertrouwen ook terug in opwekking 429, dat je onder de tekst ook kunt beluisteren (het begint en eindigt met het refrein):
God wijst mij een weg,
als ik zelf geen uitkomst zie.
Langs wegen die geen mens bedenkt,
maakt Hij mij zijn wil bekend.
Hij geeft elke dag
nieuwe liefde, nieuwe kracht.
Als ik mijn hand in zijn hand leg,
wijst Hij mij de weg,
wijst Hij mij de weg.
Al moet ik door de wildernis –
Hij leidt mij.
Hij toont mij een rivier in de woestijn.
Alles zal ooit vergaan
maar zijn liefde blijft bestaan
en Hij maakt iets heel nieuws vandaag.
(Refrein:)
Beluister het in het volgende lied:
Doorstroming en vrijmoedigheid
David kon na vergeving, vernieuwing en doorstroming weer een vrijmoedige getuige worden. De Heilige Geest kan ons weer nieuwe vrijmoedigheid geven. Stromen van levend water zijn er door het werk van de Heilige Geest (Joh.7:38-39).
Vrijmoedigheid geeft nieuwe, krachtige doorstroming in onze bron, en spoelt de angst weg. Door angst verloochende Petrus Zijn Meester. Door de uitstorting van de Heilige Geest kreeg hij bijzondere vrijmoedigheid en werd hij een krachtige bron van levend water.
Als je dorst naar God en en verlangt naar Jezus mag je vrijmoedig komen. Wees dan maar als een kind, dat onbevangen komt als het wordt uitgenodigd. Zoals het klinkt in het volgende lied van Elly & Rikkert:
‘Als je dorst hebt, als je dorst hebt,
mag je bij Mij komen,
want Ik ben de bron, zegt Jezus,
die zal blijven stromen.’
Hieronder volgt het hele lied:
Graaf de oude putten weer op
Er zijn voor gelovigen nog genoeg watervoorraden te vinden uit het verleden. Misschien kun je kracht putten uit vroegere ervaringen. De liefde en trouw van God zijn onveranderlijk voor Zijn kinderen. Je mag als een verloren zoon terugkeren tot de liefdevolle Vader.
Het is goed om deze toegestopte putten van beloften en geloofservaringen weer op te graven. We kunnen daar dan wel weer water uit putten en moed uit scheppen.
Het is net als bij een oude waterpomp boven een diepe put. Als de pomp is drooggevallen, moet je er vanboven eerst water in gieten. Zodoende kun je contact maken met het water uit de put. Daarna kan het diepere water uit de put weer omhoog worden gepompt.
We lezen in Gen.26:18 van Izak in het dal van Gerar het volgende: ‘En Izak keerde terug en groef de waterputten weer op die zij in de tijd van Abraham gegraven hadden en die de Filistijnen na de dood van Abraham dichtgestopt hadden. Hij gaf ze dezelfde namen als zijn vader ze gegeven had.’
Zoek naar het levende water
Izak bleef daarna met zijn dienaren naar water graven. Dit is een voorbeeld om na te volgen. Als je eens van het heldere water hebt gedronken, en de smaak ervan te pakken hebt gekregen, zul je naar meer water gaan zoeken. In Gen.26:29 lezen we: ‘De dienaren van Izak groeven eens in het dal en vonden daar een put met opborrelend water (a well of running water).’ In de weg van zoeken en graven kun je het levende water vinden!
In Gen.26:23 lezen we dat Izak bij Berseba de HEERE een altaar bouwde. Hij zette daar ook zijn tent op, en zijn dienaren groeven daar een put. Het Hebreeuwse woord voor graven ziet hier op het doorgraven van een rotslaag. De putten die er nu nog in Berseba zijn gaan door vijf meter rots heen. Het is de moeite waard om het water te bereiken dat van levensbelang is. Je moet er dus wel je best voor doen om een put te graven en open te houden.
Het water kan worden betwist. Boze machten zullen proberen om je van het levend water af te houden, zodat je geestelijk leven zal opdrogen. Izak bleef volhouden met zoeken en graven. En zo vond hij een put waar geen onenigheid over was. We lezen verder in Gen.26:22: ‘Daarom gaf hij hem de naam Rehoboth, want, zei hij, nu heeft de HEERE ruimte voor ons gemaakt en zullen wij vruchtbaar zijn in dit land.’
Wij willen geestelijk vrucht dragen in onze omgeving.
Daarom wens ik ons allen een put Rehoboth toe…
en wij zullen vruchtbaar zijn in dit land!
Opdrachten
Het gruis van negatieve gevoelens
1. Welke negatieve gevoelens kunnen onze bron vertroebelen?
2. Hoe kunnen deze gevoelens bij gelovigen nog een grote rol spelen?
3. Waarom hebben veel gelovigen last van ‘het gruis van afwijzing’?
4. Waardoor kunnen we in verwarring raken?
5. Wat doe je met het gruis in jouw bron?
Welke volgende zinnen zijn het meest op jou van toepassing? Doe dit voor jezelf.
Nummer 1 tot 6: Zet bovenaan wat het meeste bij je past, aflopend naar nummer 6.
(De andere 6 zinnen zijn dan voor jou minder of niet van toepassing.)
A. Ik heb gelukkig geen last van negatieve gevoelens.
B. Het gruis doet me niets. Ik negeer het gewoon.
C. Ik erger me aan het gruis.
D. Ik zorg dat ik positief overkom, zodat ze het niet merken.
E. Ik leer ermee te leven.
F. Omdat er nog genoeg doorstroming is, verwaarloos ik het gruis.
G. Ik zie het gruis wel door de vingers.
H. Ik vind het heel verdrietig dat mijn bron zo vertroebeld is.
I. Bij afwijzing mag ik zien op Jezus, Die werd veracht (Jes.53:2-5).
J. Het bemoedigt mij dat Jezus ons leed heeft gedragen (Jes.53:4).
K. Ik ervaar dat er door de striemen van Jezus genezing voor mij is (Jes.53:5).
L. Ik probeer in Jezus te blijven, want dan zal de Vader mij reinigen (Joh.15:1-2).
6. Probeer het nu met elkaar te delen, en er een gesprek over te hebben.
7. Lees samen Jesaja 53.
8. Welke tekst(en) in Jesaja 53 spreken je het meest aan? Waarom?
9. Waarom is Jesaja 53 goed voor het oplossen van het gruis in de bron?
10. Probeer elkaar verder te bemoedigen vanuit het Woord.
Onderling gebed
Afsluiting samenkomst met een lied
Met de tekst van opwekking 710 willen we biddend om een zegen vragen bij het volgende lied. Daarin klinkt het ook:
‘Jezus, kom tot mij als de Bron van leven,
die ontspringt, diep in mij.
Breng een stroom van zegen,
waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij.’
Je kunt het aanklikken:
In het laatste couplet wordt gebeden en gezongen:
‘Vader, maak ons tot een zegen
hier in de woestijn.
Wachtend op Uw milde regen
om zelf een bron te zijn.’
Zo willen wij door Hem Zijn liefde delen…
Mogelijkheid tot nazorg