Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
God heeft Zich in het Nieuwe Testament laten zien in Zijn Zoon Jezus, de goede Herder (in Joh. 10). De gelovigen zijn daar de schapen. Bij Hem zijn de schapen veilig. We lezen over hun eeuwige veiligheid in Joh. 10:28-29). Niemand zal de gelovigen uit de hand van Jezus en Zijn Vader kunnen rukken.
Jezus zegt in Joh. 10:11: ‘Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen.’ Dit heeft hij ook werkelijk gedaan op Golgotha.
Er is eens brand uitgebroken in een schuurtje, waarin nog een moederkip en haar kuikentjes waren. Toen het vuur was uitgewoed, zag men in de as de omgekomen kip. Haar zwartgeblakerde vleugels waren wijd en beschermend uitgespreid. Toen ze de kip optilden, kwamen de kuikentjes ongedeerd tevoorschijn. Ze had ze met haar leven gered.
Het vuur van de toorn van God tegen de zonde is neergekomen op Jezus, toen Hij Zijn leven voor de gelovigen gaf aan het kruis. Als wij door de genade van God mogen schuilen bij Jezus, zijn wij door zijn offer veiliggesteld. Aan de voet van het kruis is er een veilige schuilplaats. De toorn van God tegen de zonde is daar op Jezus terecht gekomen. Het vuur heeft daar de zonde veroordeeld en verteerd. Nu is bij het kruis ruimte voor de liefde, genade en ontferming van God. Zijn licht en liefde komen ons daar tegemoet.
Zie je het Lam van God?
Johannes de Doper zegt van Jezus in Joh. 1:29: ‘Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt!’ Bij de instelling van het Pascha moest er al een lam worden geslacht. God bepaalde daarbij dat het bloed aan de deurposten moest worden gestreken. Dat komt hieronder aan de orde. We lezen in Hebreeën 9 dat er bloed nodig is om ons te reinigen van zonden. Er staat zelfs in vers 22: ‘Zonder het vergieten van bloed vindt er geen vergeving plaats.’
De offers van de vele dieren moesten wel worden gebracht door de Joden, maar waren niet toereikend. In Hebr. 9:14 lezen we: ‘Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen’.
Petrus verklaart aan de gelovigen in 1 Petr. 1:18-19: ‘In de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam.’
Hieronder kun je op de PowerPoint van deze sessie aanklikken:
PowerPoint Gelovig schuilen bij Jezus
Wat gebeurt er bij het kruis?
Denk maar eens na over de volgende twee coupletten en het refrein van het mooie lied ‘Bij het kruis’van Chris Tomlin, e.a. De Ned. tekst is van Harold ten Cate. Je kunt het vinden in Opwekking 775. Herken je het al in je eigen leven?
Er is een plek waar liefde heerst en nooit vergaat;
waar mijn God vergeving geeft en ons aanvaardt.
Genade als een waterval stroomt van Gods troon,
en wast ons schoon.
Er is een plek waar zonde sterft en schande wijkt;
waar mijn hart vergeving vindt en vrede.
Genade als een waterval stroomt van Gods troon,
en wast ons schoon.
Bij het kruis, bij het kruis geef ik alles aan U,
vol ontzag voor U, vol ontzag voor U.
Hier kleurt liefde rood, wast mij wit als sneeuw,
en ik leef door U, en ik leef door U!
Jezus.
Je kunt het via de volgende link beluisteren:
YouTube-video Opwekking 775 – Bij het kruis – CD39 (live video)
Je bent veilig achter het bloed
Houd je aan het reddingsplan van God. We moeten ons houden aan de voorwaarden die God ons stelt. Hij heeft Zijn reddingsplan duidelijk bekendgemaakt in Zijn Woord. Dit komt in de Bijbel onder meer naar voren in Exodus 12.
God heeft Zijn volk Israël gered uit de slavernij van de Egyptenaren. Vlak voor de uittocht en de tiende plaag werd het Pascha ingesteld. Bij deze laatste plaag stierven de eerstgeboren zonen van de Egyptenaren. Voor het overleven van de eerstgeboren zonen van de Israëlieten was het van cruciaal belang dat zij zich hielden aan de voorwaarden die God stelde.
Om veilig te zijn moest er in ieder geval bloed aan de deurposten van de huizen zijn gestreken. De Israëlieten moesten bij het Pascha het bloed aan de beide zijposten en de bovendorpel strijken (Ex. 12:7). We lezen in Ex. 12:13 dat de HEERE verklaart: ‘En het bloed zal u tot en teken zijn aan de huizen waarin u verblijft. Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt, als Ik het land van Egypte zal treffen.’ Ze waren veilig achter het bloed.
Het Pascha is overgegaan in het paasfeest. Het genoemde bloed, waarachter men veilig was, is duidelijk een voorafbeelding van het verzoenend bloed van Christus, zoals het onder meer is gestort op het kruishout van Golgotha. In het Engels lezen we in dat de HEERE in vers 13 verklaart: ‘And when I see the blood, I will pass over you.’ De woorden ‘Pass over’ kunnen we vertalen met ‘voorbijgaan, overslaan’. Met ‘Passover’ wordt in het Engels het Joodse paasfeest bedoeld – en ook het Paaslam (dat is: Jezus Christus).
Twee Joodse buurmannen en het Pascha
Stel je nu eens voor dat op die dag (voordat de verderfengel langs zou komen) er een Israëliet was die toen veel ernst maakte met allerlei godsdienstplichten. Vanaf de vroege morgen was hij ijverig bezig met het bidden en offeren. Steeds weer wierp hij een angstige blik op z’n oudste zoon. Hij was zó bang dat de HEERE geen genoegen zou nemen met z’n godsdienstige bezigheden, dat hij zich nog ernstiger in gebeden en smekingen op de vloer van z’n huis neerwierp. ‘s Avonds was hij er bijna uitgeput van, maar hij hield het vol…
Intussen had hij zijn Joodse buurman met verbazing gadegeslagen. Waarom was die man die dag zo bitter weinig bezig met het behoud van z’n oudste zoon?! Wat een onverschillige kerel! In de loop van de avond sprak de ijverige Jood z’n buurman hierover vermanend aan. Hij had niet gemerkt dan z’n buurman zich bezig had gehouden met ernstige gebeden en plichten.. De man moest zich daar maar eens diep over schamen!
De buurman bleef echter rustig onder de heftige waarschuwingen. Aan het eind van de avond deed hij nog een kort gebed van 10 minuten, waarvan meer dan de helft nog uit ‘danken’ bestond.
De ernstige Jood was op het laatst van de avond in z’n angst zelfs luidkeels gaan smeken om het behoud van z’n zoon.
Het lijkt wel onvoorstelbaar, maar in dit verhaal is het zo dat de oudste zoon van de ijverige buurman toch stierf, terwijl de zoon van de buurman van ‘het gebed van 10 minuten’ gespaard bleef! Hoe is dat nu toch mogelijk?
Had die laatste buurman dan toch nog beter gebeden dan die ijverige Jood? Was die dan niet oprecht en ernstig genoeg bezig geweest? Had hij misschien ook wat meer moeten danken? Nee, dat is allemaal niet de oorzaak van het grote onheil dat hem trof.
Hij had één ding vergeten, terwijl die buurman dit wel had gedaan: hij had namelijk geen bloed aan de deurposten gestreken…
De verstandige en gehoorzame buurman hoefde niet zo krampachtig te bidden, maar kon rustig vertrouwen en danken, omdat hij had gedaan wat de HEERE had bevolen. Hij kon daarbij ook gelovig steunen op Gods belofte, dat Hij zijn deur zou voorbijgaan en er geen verderf in zijn huis zou komen. Achter het bloed wist hij zich veilig.
Hij had gedaan wat de HEERE van hem vroeg, en dat was voor de HEERE en ook voor hem genoeg. Psalm 91 was op hem voor een belangrijk deel van toepassing (lees dit maar eens in de verzen 5-10). In vers 10 wordt gesteld: ‘Geen onheil zal u overkomen, geen plaag zal uw tent naderen.’
Ik hoop dat je de les in dit verhaaltje hebt begrepen. Ook voor ons is het juist belangrijk dat we ‘zien op het verzoenend bloed van Jezus’, want God ziet op dit bloed. Je moet leren zien op wat de Jezus Christus gedaan heeft voor zondaren en niet op wat jij doet voor God.
Je bent dus onveilig en in groot gevaar
als je niet in de door God aangewezen Schuilplaats bent
(en dat is achter het bloed van Christus).
Veilig in een Rode Kruisauto
Ik zal weer een voorbeeld geven. In oorlogsgebieden is het Rode Kruis vaak aanwezig, om medische hulp te bieden. Terwijl de vijandelijke oorlogsvliegtuigen over het land vliegen, rijden de Rode Kruisauto’s gewoon naar de plaatsen waar gewonden moeten worden geholpen.
In een internationaal verdrag is vastgesteld dat men niet op Rode Kruisauto’s of -gebouwen mag schieten. Ze moeten ongedeerd hun werk kunnen doen. Ze zijn neutraal.
Je moet je eens indenken dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog Rode Kruisauto’s in Duitsland rondreden, terwijl de Engelse gevechtsvliegtuigen gewoon over deze auto’s heen scheerden. Toch waren de Rode Kruissoldaten best wel veilig – als ze tenminste maar in hun duidelijk herkenbare auto’s bleven. De Engelse piloten mochten hun Rode Kruisauto’s niet aanvallen.
Als een Rode Kruissoldaat op de koffie was bij een Duitse officier in zijn groene legerauto, dan verkeerde hij wel op een onveilige plaats. Stel je eens voor dat er toen een chauffeur van een Rode Kruisauto was die voor de afwisseling z’n auto maar eens met andere kleuren had geschilderd. Hij had er een paarse auto met een geel kruis van gemaakt, want die kleuren vond hij wel aardig. En jawel, de auto werd door een bom vanuit een Engels gevechtsvliegtuig getroffen. De Rode Kruissoldaat kwam hierbij om. Wat denk je, zal die Engelsman hiervoor worden gestraft? Ik denk het niet, want de auto bevond zich op vijandig gebied, op een terrein waarop hij bommen moest laten vallen, terwijl de auto niet herkenbaar was als Rode Kruisauto. De chauffeur had zich onttrokken aan de voorrechten die aan het internationale verdrag voor hem waren verbonden. Hij hield zich niet aan de vastgestelde veiligheidsregels. Hij is daarom ook door eigen schuld omgekomen.
De geestelijke lessen in dit voorbeeld zullen je wel duidelijk zijn. De Rode Kruissoldaten hadden een veilige schuilplaats onder het rode kruis in hun witte auto, en zo is er voor ons ook een veilige schuilplaats onder van het bloed van Christus. Zijn bloed reinigt en beveiligd ons.
Als we onze eigen gekozen geestelijke regels volgen, waarin het werk van Jezus niet wordt gezien, verkeren we in een onveilige positie.
Je moet je houden aan de door God vastgestelde ‘veiligheidsregels’
anders is jouw veiligheid niet gewaarborgd.
De Engelse piloten gingen de Rode Kruisauto’s sparend voorbij. Het internationale verbond stond borg voor de veiligheid. De Heere zal naar Zijn verbond de schuilende gelovige ook sparen. Hij gaf een veilige Schuilplaats, waar wij gelovig in behoren te schuilen.
Niet rusten buiten Jezus Christus!
Zolang je nog geen schuilplaats hebt gevonden achter het verzoenend bloed van de Heere Jezus Christus, mag je niet rusten… Rust en steun niet op kenmerken, terwijl er een vaste grond van behoudenis is in Christus! Er zijn drenkelingen die zich boven water houden op drijvend wrakhout. In het geestelijk leven kunnen die drijvende planken en balken je eigen inbreng zijn – dat zijn de restanten van het oude schip. Het is gevaarlijk om als drenkeling te lang te blijven drijven op wrakhout. Bovendien is het dom en onverstandig als je jezelf daaraan zou blijven vastklampen, terwijl een redder je vlakbij in een reddingsboot nodigt. Zo nodigt Christus je om tot Hem te komen, en al het wrakhout van je oude leven en je eigen werken los te laten.
Laat dan maar alles buiten de Heere Jezus los! Hij is de Ark van behoud. Hij zal je uit het water van je ellende verlossen… Je hoeft eigenlijk alleen maar naar Hem op te zien, en als je dat doet zie je automatisch af van jezelf of van andere hulpmiddelen. De HEERE nodigt ons in Jes.45:22: ‘Wend u tot Mij, word behouden, alle einden der aarde, want Ik ben God, en niemand anders.’ In de Engelse vertaling staat er: “Look unto Me, and be ye saved…”
Je moet dus op God zien om behouden te worden!
Je moet op de Redder Jezus zien!
Zoals ze moesten zien op de koperen slang
Je moet op Jezus zien, zoals de door slangen gebeten Israëlieten moesten zien op de koperen slang in de woestijn (Lees hiervoor: Num.21:8-9 en Joh.3:14).
Vergeving voor het stoute kind
Je mag tot God komen als een angstig en schuldbewust kind, eerlijk en oprecht. Voor een alwetende en liefdevolle Vader hoef je niets te verbergen.Stel je eens voor dat een kind uit boosheid uit huis wegloopt, en vervolgens een ruitje in de schuur stukgooit. Het kind schrikt van het geluid en kijkt verschrikt naar de scherven. Zijn boosheid en opstandigheid vallen ook in duigen. Pa komt naar buiten. Hij ziet zijn kleine jongen huilend op hem afkomen.
Waarom huilt het kind, terwijl hij nog geen straf heeft gehad? Misschien ook wel uit angst voor de straf. Hij wil ook door zijn tranen medelijden opwekken bij zijn pa, zodat hij minder straf zal krijgen, of vergeving. In dit geval heeft het kind er ook verdriet en berouw over. De vader kan zijn stoute kind vergeven, omdat hij van hem houdt, en beseft dat zijn zoon berouwvol tot hem komt. Denk hierbij aan de vader van de verloren zoon (in de gelijkenis in Lukas 15).
Wij hoeven bij de hemelse Vader geen medelijden op te wekken door onze tranen. Hij is al met ontferming bewogen over Zijn kinderen. Hij wekt ze Zelf al op om met berouw tot Hem te komen, om vergeving te ontvangen. Berouw is meer waard dan spijt. In berouw zit het woordje ‘rouw’. Rouw is verdriet vanwege een ander. Je hebt berouw als je inziet dat je door jouw zonden een liefdevolle hemelse Vader verdriet doet.
Wij moeten onze trots en angst laten varen, en gewoon als een hulpbehoevend kind tot God komen. Jezus heeft ons het Vaderhart van God getoond. Jezus leert ons in Joh. 14:9: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’ Kom daarom ook als een kind tot Jezus, Die ons de Vader verklaart (Joh. 1:18).
Jezus leert ons in Joh. 6:37: ‘Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen; en wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen.’ Zie je de volmaakte overeenstemming tussen de Vader en Zijn Zoon?
Stem er mee in… en kom tot Jezus
met al je zonden, pijn en moeite.
Hij is de Heiland:
de Redder, Bevrijder, Verlosser, Zaligmaker en Heler.