Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Zijn de volgende vragen bij jou herkenbaar?
Komt het regelmatig bij je terug: ‘Waarom word ik nog beheerst door angst en bezorgdheid? Kan ik mijn angst wel te boven komen? Wie haalt mij uit deze neergaande spiraal in mijn negatieve denken? Wie begrijpt me? Wil God mij wel accepteren? Ben ik wel geliefd? Wie helpt in uit mijn eenzaamheid, angst en bezorgdheid? Hoe kan ik geloven?’
In je eenzame kelder leef je in onverbondenheid, alleen met je gedachten. Vanuit de kelderverdieping van je angsten is er een trap en een gang naar de bovenverdieping van het geloof – daar waar het licht en de liefde van God de vensters van je bestaan binnenkomen. Hoe kom je zover om op te staan en hogerop te gaan?
Verlang je naar acceptatie? Wil je weten dat dat God je in liefde aanvaard heeft? Wil je kunnen zeggen als kind van God: Abba, Vader? Hoe kun je geloven?
Geloof is de weg naar acceptatie
Als we door het geloof bij Jezus horen, worden we volgens Efeze 3:6 ‘begenadigd en aanvaard in de Geliefde’. (In de Engelse King James vertaling: ‘Accepted in the Beloved’). Dan je dus door God geaccepteerd!
Geestelijke slavernij of de Geest van ‘Abba, Vader!’
Van de gelovige kinderen van God lezen we in Romeinen 8:15: ‘Want u hebt niet de geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba Vader!’ In de Studiebijbel wordt onder meer verklaard: ‘De gelovigen hebben de Heilige Geest ontvangen, die hier de ‘Geest van adoptie’wordt genoemd. Paulus gebruikt het woord ‘huiothesia’ (aanneming tot zoon, adoptie), omdat de gelovigen vroeger geen kinderen van God waren…’
In Galaten 4:6 en 7 lezen we:‘Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! Dus nu bent u niet langer slaaf, maar kind; en als u kind bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus.’Verderop in dit artikel gaan ik hierop door .
Hopelijk kun je nu al instemmen met de woorden uit Opwekking 794:
I’m no longer a slave to fear.
I am a child of God.
Als je verlangt om dit te kunnen zeggen, gaan we samen in dit artikel op zoek. Door genade en in het geloof kan worden gezegd: ‘Ik ben niet langer een slaaf van angst. Ik ben een kind van God.’ Het vertaalde lied van Jonathan David Hesler e.a. gaat verder in een couplet: ‘U hebt mij gezien in mijn moeders schoot. Liefde riep mijn naam. Nu ben ik Uw kind, een deel van Uw gezin…’
Hieronder kun je aanklikken op het lied ‘Niet langer een Slaaf van angst’, gezongen door Annemieke Koelewijn:
De liefde van God verdrijft de angst
Leef je geestelijk nog in de kelderverdieping van de angst? Dat is de verdieping met angstbanden, waardoor we aan anderen zijn gebonden. We laten ons dan beheersen door wat anderen van ons vinden, over ons zeggen en ons opdragen.
Hoe vaak trek ik me nog terug in de kelderruimte van de angst? In deze duistere toestand zijn de geesten van de duisternis actief. Zij zullen daar gaan infiltreren via je gedachten en gevoelens. Kwade geesten willen je steeds weer laten kelderen. Een prediker geeft aan:
‘Ik ben me bewust van die angst,
maar wil me er niet door laten leiden.’
Wat denk je van deze stelling? Hoe kun je angst en bezorgdheid op een veilige afstand houden? Hoe kom je deze ontmoedigende kwellingen te boven komen? Zie hoe Jezus je wil leiden als de Heiland: als de Verlosser en Heler.
Laat je aanmoedigen en bemoedigen door de opdrachten en beloften uit het Woord van God. Denk aan de woorden in Psalm 55:23: ‘Werp uw zorg op de HEERE, en Hij zal u onderhouden.’ In 1 Petr. 5:7 worden we opgeroepen: ‘En werp daarbij al uw zorgen op Hem, want Hij bekommert Zich om u.’ Het Griekse woord ‘merimna’ betekent daar: ongerustheid, angstige bezorgdheid. Blijf vertrouwen om God, Die voor de gelovigen zorgt. Dat komt mooi naar voren in het volgende bemoedigende lied van Sela. Je kunt het na de tekst beluisteren via de link naar YouTube:
GOD ZAL VOOR ONS ZORGEN
Voor de wezen is Hij een vader,
voor de weduwe een hoofd van het gezin.
Wie eenzaam is, neemt Hij op in zijn huis.
Wie verdwaald is onderweg, brengt Hij weer thuis.
God zal voor ons zorgen.
Hij zal voor ons zorgen.
Voor eeuwig leeft die hoop in ons.
God zal voor ons zorgen.
Hij zal voor ons zorgen.
Voor eeuwig leeft die hoop in ons.
Voor de bange is Hij een schuilplaats,
voor de vreemdeling een deur die zich niet sluit.
Wie wankel staat, vindt in hem vaste grond.
Wie vermoeid raakt onderweg, richt Hij weer op.
Hij zal over ons waken
ieder uur van de nacht.
Onze God gaat niet slapen.
Hij houdt de wacht.
Tekst: Matthijn Buwalda, Adrian Roest muziek: Matthijn Buwalda, Adrian Roest
Hoe overwin ik mijn angst?
Blijf niet te lang in je geïsoleerde positie een met deze negatieve gevoelens worstelen. Geef je angstige geheim prijs aan betrouwbare gelovigen. Laat voor je bidden.
Neil T. Anderson heeft met Rich Miller het boek ‘Hoe overwin ik mijn… angst’ geschreven. Hij haalt daar het getuigenis aan van een vrouw die jarenlang heeft geworsteld met angst en een sociale fobie. Ze had niemand om naartoe te gaan. Ze probeerde tot God te bidden in haar tienerjaren, en Hem om hulp te vragen, maar had het gevoel dat Hij heel ver weg was.
Haar gelovige zus had twaalf jaar lang trouw voor haar gebeden. Uiteindelijk belde ze haar midden in de nacht op omdat ze het niet langer kon verdragen om in deze ellendige gevangenis te leven.
Ze schrijft in haar getuigenis: ‘Er was een wereld buiten me die ik nooit echt kon aanraken of voelen, en ik ging eraan onderdoor.’ Ze gaat verder: ‘Ik wilde zó graag leven. En ik wilde vrij zijn, en dus belde ik haar in tranen op en vroeg haar hoe ik die Jezus moest vinden over Wie ze het altijd maar had.’
Ze vertelt over haar bevrijding: ‘Ze bad met me over de telefoon, en de rest van de nacht las ik de Bijbelverzen die ze me had gegeven. Ze gingen allemaal op de een of andere manier over vrijheid. Vrijheid! Ik had opeens heel veel hoop. Dat was het begin van mijn reis van vernieuwing. Ik had al die jaren in de greep van een verlammende angst geleefd; angst om bang te zijn. Het onbekende maakte me zo ontzettend bang.’
Ze begreep ook de lichamelijke gevolgen van de jarenlange opgekropte angst, waar ze mee te maken had. Het bracht haar op de weg naar rust en vrede. Daarna kon ze de opkomende oude negatieve gedachten bedwingen met de waarheid. Ze geeft aan:
‘En die waarheid is dat Jezus altijd bij me is,
en dat ik nergens bang voor hoef te zijn.’
Als je in een ellendige gevangeniskelder van angst leeft, kan ik je zeggen: ‘Er is een wereld boven je, waar de liefde van Jezus je kan aanraken. In de bovenverdieping van het vernieuwde denken en ervaren kun je echt vrij zijn! Daar kun je ook worden verlost van een slavenjuk van angst, waarmee je jezelf weer hebt laten belasten.
In Galaten 5:1 worden we opgeroepen:
‘Sta dan vast in de vrijheid
waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft,
en laat u niet weer met een slavenjuk belasten.’
Kom (weer) naar de bovenverdieping van de liefde! Vat moed en kom tot overgave om te gaan wonen in de bovenkamer van de liefde! Daar zijn geopende vensters naar de hemel. Daar worden we verlicht en verwarmd door de Heilige Geest, Die ons op Jezus laat zien. Daar leren we door het geloof dat we te maken hebben met een God van Liefde.
Het vogeltje dat de toevlucht nam
De Engelse prediker en dichter Charles Wesley (1707-1788) keek eens uit het open raam in de tuin. Ik zal het vertellen in verhaaltrant:
Hij zag daar een klein vogeltje, dat angstig weg fladderde onder een struik. Waarom was het diertje ineens zo bang? O, hij zag het al: Boven de tuin zweefde een roofvogel, die het blijkbaar op het vogeltje had gemunt. Het dier maakte een duikvlucht, maar het kleine vogeltje was de roofvogel te snel af! Zo herhaalde zich dat nog enkele keren. Het angstige vogeltje raakte steeds meer uitgeput. Zou het deze oneerlijke strijd nog lang vol kunnen houden? Charles wilde wel dat hij kon helpen, maar hij was een slechts toeschouwer vanuit een open raam.
De roofvogel maakte zich weer gereed voor een duikvlucht. Deze maal zag het ernaar uit dat hij het arme vogeltje zou grijpen. Door doodsangst aangegrepen spande het kleine dier zich in tot het uiterste… zag nog een laatste schuilplaats… en vloog door het open raam naar binnen, in de wijde jas van de prediker! Charles voelde het hevig bevende diertje bij zijn borst. Het hartje klopte heftig. Hij hield het daar vast onder zijn hand – aan zijn hart gedrukt. Het had een veilige schuilplaats gevonden. Daar kwam het angstige vogeltje langzamerhand tot rust. Het hartje klopte niet zo snel meer…
Daar zit een mooie geestelijke les in: Als we door het geloof de toevlucht nemen tot Jezus, komt ons angstige hart tot rust. Kerkvader Augustinus geeft ons door:
‘Onrustig is ons hart,
totdat het rust vind in U, o God.’
Charles Wesley werd zó door dit voorval geïnspireerd, dat hij het bekende gezang ‘Jezus, Die mijn ziel bemint’ heeft gedicht. (Het staat in de liedbundel van Johannes De Heer.)
Veilig in de schuilplaats van de Allerhoogste
Lees: Psalm 91
Bij het vaderhart van God is de schuilplaats waar ons hart zich veilig weet. Als je angstig bent, mag je daar gaan schuilen. In Psalm 91:1 wordt gesteld: ‘Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal vernachten in de schaduw van de Almachtige.’
Deze schuilplaats ziet op een beschermende overdekking. Het Hebreeuwse grondwoord betekent Zowel schuilplaats als geheim of verborgenheid. Je bent dan veilig verborgen bij God. Je mag er (in)wonen, zitten en veilig (ver)blijven. De grondbetekenis is ‘overnachten, logeren’.
In vers 2 volgt het gelovige antwoord van de dichter van de Psalm: ‘Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op wie ik vertrouw!’ Hij ziet God als zijn (rots)vesting en schuilplaats.
Het geloof neemt de toevlucht tot Jezus
en leert te schuilen bij God
Als er gevaar dreigt en het onveilig is, neem je de toevlucht tot een veilig toevluchtsoord. Je kunt dat om allerlei redenen een veilige schuilplaats nodig hebben. Een toevluchtsoord kan de volgende betekenissen hebben: een asiel, onderdak, onderkomen, vluchtoord, vrijplaats, schuilplaats, toevlucht of wijkplaats. Het is een plaats waar men veiligheid zoekt, of waar men hulp en bescherming zoekt. Je toevlucht nemen tot betekend ook: ‘het als laatste middel beproeven’. Het zijn zaken en activiteiten die overeenkomen met ‘geloven’.
De HEERE God kun je volledig vertrouwen. Hij maakt Zich bekend in Zijn heerlijke en machtige namen. Daarin zie je Wie Hij is en wat Hij doet voor Zijn kinderen, die de toevlucht nemen in de schuilplaats van de Allerhoogste.
Het is belangrijk dat je God beter leert kennen en gelovig tot Hem vlucht, zodat je jezelf veilig en geborgen weet. Door het geloof kun je innerlijk tot rust komen.
God Zelf is de veiligste Schuilplaats waar we bij kunnen schuilen. Een gelovige verkeert in een veilige positie. Je kunt erover lezen in Psalm 91:1: ‘Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal vernachten in de schaduw van de Almachtige.’ Deze schuilplaats ziet op een beschermende overdekking. Het Hebreeuwse grondwoord ziet op ‘overnachten, logeren’. Je mag er (in)wonen, zitten en veilig (ver)blijven. Je bent dan veilig verborgen bij God. Daar mag je dan de liefde ervaren, die de angst uitwerpt. Je blijft er veilig, ook al gaan de lichten uit…
Door het geloof heb je een veilige woning bij God.
De liefde van God verdrijft de angst
We lezen in 1 Johannes 4:18: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vrees is niet volmaakt in de liefde.’ In het Grieks staat er dat de volkomen liefde de vrees uitwerpt. Er wordt vertaald: ‘Liefde laat geen ruimte voor vrees’, ‘liefde sluit angst uit’en ‘liefde laat geen ruimte voor vrees’.
Liefde laat geen ruimte voor vrees
Het Griekse grondwoord ‘phobos’ betekent vrees of angst. Dit staat lijnrecht tegenover liefde en vrijmoedigheid. Johannes geeft aan dat volgroeide of volwassen liefde geen ruimte laat voor vrees, omdat dit verband houdt met ‘straf’. ‘Vrees’ is ook de uiting van een onrustig geweten, dat niet zeker is van de vrijspraak bij het oordeel van God.
Paulus geeft ons door in 2 Timotheüs 1:7: ‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.’ Het gaat hierbij om een geest van lafhartigheid, een angst die je vatbaar maar voor intimidatie. Je wordt geïntimideerd door bedreiging en bangmakerij. Je gedrag wordt erdoor beïnvloed.
Kwade geesten kunnen je angst aanjagen en ontmoedigen,
maar door het geloof weet je jezelf veilig en beschermd bij God
De Heilige Geest werkt in het karakter van gelovigen een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing. Het gebruikte Griekse woord ‘sophronismos’ moet je zien als een gave van de Heilige Geest, waardoor de gelovige in staat wordt gesteld om zijn emoties en gevoelens ondergeschikt te maken aan de leiding van God. Hij weet zich daardoor veilig en beschermd.
Ben je veilig en geliefd?
Veiligheid is één van de belangrijkste levensbehoeften van een mens. Veel geestelijke vluchtelingen gaan gebukt onder een gevoel van onveiligheid. Dat kan al zijn ontstaan in de vroegste kinderjaren. Voelde je jezelf wel veilig in het gezin? Als klein kind ben je erg kwetsbaar. Je moet jezelf veilig en geborgen weten. Kleine kinderen klampen zich vast aan een vader of moeder. Ze schrikken van harde en dreigende woorden. Als er een sfeer van ruzie en angst heerst, kunnen kinderen innerlijk beschadigen.
Hieronder zie je een prachtig voorbeeld van de liefde tussen een vader en zijn kind. De 4-jarige Claire Ryann zingt vol overgave over de liefde tot haar vader. Je ziet hier hoe geborgen en veilig ze zich voelt. Hoe kun je dit pijnlijk hebben gemist. Maar door Jezus mag je weer worden als een kind bij de hemelse Vader.
Het dochtertje zingt:
You’ve got troubles, and I’ve got ‘em too.
There isn’t anything I wouldn’t do for you.
We stick together and can see it through,
‘cause you’ve got a friend in me
(De tekst is van Randy Newman)
Hoeveel mooier is de vriendschap van Jezus! Als gelovige kun je zeggen dat je onlosmakelijk aan Jezus verbonden bent (‘stick together’). In al je problemen is Hij erbij. Hij is dan jouw Vriend (met een hoofdletter), Die je door de problemen heen kan dragen. (Het lied uit Johannes de Heer is geschreven door Joseph Scriven.) Hier volgt de tekst:
Welk een vriend is onze Jezus,
Die in onze plaats wil staan!
Welk een voorrecht, Dat ik door Hem
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer,
Juist omdat wij ’t al niet brengen
in ’t gebed tot onze Heer.
Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in ’t strijduur beeft,
Gaan wij dan met al ons strijden
tot Hem, die verlossing geeft.
Kan een vriend ooit trouwer wezen
dan Hij, die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing;
Hij alleen is ‘t, die ons schraagt.
Zijn wij zwak, belast, beladen
en terneer gedrukt door zorg.
Dierb’re Heiland! onze Toevlucht!
Gij zijt onze Hulp en Borg.
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot den Heer;
In zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.
Hieronder kun je aanklikken op de link, en het lied beluisteren en meezingen:
YouTube-video Nederland Zingt – Welk een vriend is onze Jezus
Een klein kind moet in liefde worden gedragen. Liefde is een veilige vesting. Zonder liefde en geborgenheid kan het leven ondragelijk eenzaam worden. Het is de pijn van ‘het niet gedragen te zijn’.
Geloven betekent: laat je dragen.
Daartoe word je in het Evangelie uitgenodigd door de goede Herder.
Ben je al veilig? Word je al gedragen?
Een bemoedigend Lied:
Opwekking 640 wordt gezongen door Marcel en Lydia Zimmer. Hieronder volgt de tekst en het lied:
Ik hef mijn ogen op naar de bergen.
Waar komt mijn hulp vandaan?
Ik hef mijn ogen op naar U Heer,
Die mij bij zal staan.
Mijn hulp is van U Heer,
Die alles heeft gemaakt.
U zult voorkomen dat ik wankel of val.
U bent mijn Beschermer,
Die over mij waakt,
Die niet sluimeren of slapen zal.
Wat kan mij gebeuren
door zon of door maan.
U bent mijn schaduw,
U bent er altijd,
bewaart heel mijn leven,
mijn komen en gaan.
U beschermt mij tot in eeuwigheid.
Mijn hulp is van U Heer.
YouTube-video Mijn hulp is van U, Heer
Je bent door het geloof veilig in de aanwezigheid van God. Door verschillende beelden wordt dit in de Bijbel duidelijk gemaakt. Het is van het grootste belang dat je weet in welke positie of plaats je bent. Een gelovige verkeert in een veilige positie. Verkeer je op een veilige of onveilige plaats? Ben je ‘veilig in Jezus armen’. Weet je dat de hemelse Vader over je waakt?
Ik zal het illustreren met een kort voorbeeld dat ik eens las over een kleine jongen die helemaal alleen in een grote treincoupé reisde. Het was buiten al donker. Een man liep door de trein en merkt de jongen op. Hij vroeg hem: ‘Ben je niet bang om hier helemaal alleen te zijn?’ ‘Nee hoor,’ reageerde het jongetje, ‘want mijn vader is de machinist.’ Hij wist zich veilig, omdat zijn vader de trein bestuurde en wist waar zijn zoontje zat.
God beschermd Zijn kinderen ook door de engelen. In Ps. 91:11 wordt aangegeven: ‘Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen.’
Een gelovige hoeft onder de beschermende hand van God
niet bang te zijn!
God beschermd Zijn kinderen ook door de engelen. In Psalm 91:11 wordt aangegeven: ‘Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen.’ Een gelovige hoeft onder de beschermende hand van God niet bang te zijn! Laat je jezelf ook wel eens bang maken?
Je hoeft niet bang te zijn!
Er is een mooi voorbeeld van een vader die met zijn zoontje in de auto op een drukke weg rijdt. Hij moet zijn handen goed aan het stuur houden. Door het open raam is er echter een grote bij binnengevlogen. De kleine jongen is allergisch voor een bijensteek… zijn gezondheid staat daarbij op het spel. De angstige jongen gilt het uit van angst!
Op een geschikt moment vangt zijn vader de bij in zijn hand. Hij houdt zijn hand vervolgens stevig gesloten. Maar op een gegeven moment heeft hij zijn hand weer nodig aan het stuur… en de bij ontsnapt weer in de auto! De arme jongen gilt het weer uit van angst, vooral ook omdat de bij nu wel agressiever zal zijn. De brommende bij komt gevaarlijk dichtbij… Wat een paniek!
Dan zegt zijn vader: ‘Mijn zoon, je hoeft niet bang te zijn… kijk maar eens in mijn hand. In de hand van zijn vader ziet de jongen de angel van de bij vastzitten! De bij is van zijn gevaarlijke angel beroofd. Hij kan nu geen kwaad meer doen.
Ik denk dat het voorbeeld duidelijk is. Als je bang bent voor ‘de brommende duivel’ om je heen, kijk dan maar gelovig in de handen van Jezus.
Je kunt op de PowerPoint zien dat de liefde van God en het geloof de angst verdrijft:
PowerPoint Liefde verdrijft de angst
Als variant op het bekende kinderliedje kun je zingen:
Je hoeft niet bang te zijn,
al dreigt de duivel weer,
leg maar gewoon je hand
in die van onze Heer
Wang MingDao: van bangerik naar geloofsheld
Ex-marinier Broeder David was eens bij mw. Kwang in China om het project Parel voor te bereiden, namelijk om één miljoen Bijbels tegelijk naar China te smokkelen. In 1974 heeft de Chinese geloofsgetuige, mw. Kwang, een visioen gekregen, terwijl ze in een afschuwelijk ondergrondse gevangenis verbleef. Ze was daarvoor verschrikkelijk gemarteld. Ze zag in het visioen vele duizenden medewerkers, vanuit het Oosten en Westen, zij aan zij een greppel graven. Deze werd steeds dieper en langer. Daarna begon er water doorheen te stromen. Ze zag eerst door China stromen, naar alle delen van het land, en daarna door de hele wereld.’
Dit visioen is duidelijk uitgekomen. Op 18 juni 1981 werden de één miljoen bijbels vanuit een schip in China aan land gebracht. Zo’n 20.000 Chinese christenen waren naar de kust gekomen om de bijbels snel af te voeren. De bijbels werden in één uur aan land gebracht. Na vier uur kwam er een patrouille van het leger op die plaats. Toch is zeker 80 procent van deze bijbels na kortere of langere tijd op de plaats van bestemming aangekomen.
Tijdens dit bezoek aan China bezocht broeder David ook Wang MingDao. Samen met Watchman Nee was hij een belangrijk leider geweest van de Chinese kerk. In 1955 werd hij gearresteerd, wegens zijn verzet tegen de door de communisten gestuurde Drie-Zelf beweging. Na veertien dagen gevangenis ondertekende hij een bekentenis, dat zijn verzet niet goed was geweest. Na zijn vrijlating besefte hij dat hij ‘gehersenspoeld’ was… en herriep hij zijn bekentenis!
De korte tijd van verloochening heeft hij ervaren als een verschrikkelijke, onhoudbare toestand, veel zwaarder dan de volgende 22 jaar en 8 maanden gevangenschap. In januari 1980 werd hij pas vrijgelaten (twee jaar na de vrijlating van zijn vrouw).
David ontmoette geen lichamelijk gebroken oude man, maar een frisse, vurige gelovige, die de Heere nog steeds innig liefhad. Wang MingDao zei tegen hem: ‘Ik denk aan de woorden die Jezus in Openbaring 2:10 tot Zijn volgelingen spreekt: ‘Wees niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens.’
De 23-jarige loutering had hem rijker gemaakt. Hij vervolgde:
‘Vijfentwintig jaar geleden had ik er geen besef van dat satan er op zat te wachten om me op mijn zwakste plek aan te vallen.
Ik was een bangerik.
Dat wist ik maar al te goed. En hij bracht mij in aanraking met een terreur, die ik niet voor mogelijk had gehouden.
En net als Petrus was ik zwak.’
De Heere heeft hem niets verweten, maar getroost met de woorden: ‘Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal Hij niet uitdoven.’ De oude geloofsgetuige verklaarde uiteindelijk:
‘Nu is er nog maar Eén Die ik vrees: God.
Zolang ik niet tegen God zondig en Hem trouw blijf,
heb ik niets te vrezen.
Iedere dag die wij op aarde doorbrengen,
moeten wij waakzaam zijn.’
Toepasselijke liederen
Het is belangrijk om in het geloof hardop je geloof in God en Jezus te proclameren. De kwade geestelijke machten kunnen daarmee uit je gedachten en leven worden geweerd en gedreven.
Probeer dat eens te doen met de volgende zinnen uit Psalm 91 van The Psalm Project. Je mag daarbij ook eigen woorden toevoegen waarin je jouw vertrouwen en veilige positie bij God en in Jezus kenbaar maakt. Laat horen bij Wie je hoort.
Nu volgen de te proclameren zinnen vanuit Psalm 91:
‘Ik zeg tot God: U bent mijn schild,
mijn vesting in de nood.
Op U vertrouw ik, Heer,
U bent mijn toevlucht in de dood.
Ik steun op God, mijn toeverlaat
in angst en in mijn pijn.
Hij waakt, waarheen mijn weg ook gaat.
Hij zal mijn redding zijn.
Ik zeg tot God: U bent mijn schild,
mijn vesting in de nood.
Op U vertrouw ik, Heer,
U bent mijn toevlucht in de dood.’
Opwekking 176 is een bekend lied, dat je zingend mag proclameren, om je veilig te weten in de schuilplaats van de Allerhoogste: God, de Almachtige.
U bent mijn schuilplaats Heer,
U vult mijn hart steeds weer
met een verlossingslied.
Telkens als ik angstig ben,
steun ik op U.
Ik vertrouw op U.
Als ik zwak ben, ben ik sterk
in de kracht van mijn Heer.
YouTube-video opwekking 176 U bent mijn schuilplaats Heer
Tekst & muziek: Michael Ledner
Laat het volgende lied Opwekking 717 je bemoedigen:
Stil mijn ziel wees stil,
en wees niet bang
voor de onzekerheid van morgen.
God omgeeft je steeds,
Hij is er bij,
in je beproevingen en zorgen.
Refrein:
God, U bent mijn God,
en ik vertrouw op U,
en zal niet wankelen.
Vredevorst vernieuw een
vaste geest binnen in mij.
die rust in U alleen.
Stil, mijn ziel wees stil,
en dwaal niet af;
dwars door het dal zal Hij je leiden.
stil, vertrouw op Hem,
en hef je schild tegen de pijlen van verleiding.
Refrein:
God, U bent mijn God …
Stil, mijn ziel wees stil,
en laat nooit los
de waarheid die je steeds omarmd heeft.
Wacht, wacht op de Heer.
De zwartste nacht
verdwijnt wanneer het daglicht doorbreekt.
2 x refrein:
God, U bent mijn God…
Ik rust in U alleen.
Je kunt het via de volgende link beluisteren:
YouTube-video Opwekking 717 – Stil, mijn ziel, wees stil
Opwekking 717 is van Keith & Kristyn Getty en Stuwart Townend.
Ned. vert. Harold ten Kate.
Niet langer slaaf, maar kind
We lezen Romeinen 8 vers 15 in een vertaling: ‘U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’. In de Engelse Bijbel staat er: ‘For you did not recieve the spirit of bondage again to fear, but you recieves the Spirit of adoption by whom we cry out, ‘Abba, Father.’
Vanuit het Grieks vertaald gaat het over ‘(de) geest van slavernij (pneuma douleias) terug naar vrees’ en ‘(de) Geest van aanneming tot zonen (pneuma huiothesias), in/door middel van Welke wij luid uitroepen: Abba, Vader’.
In de Studiebijbel wordt onder meer verklaard: ‘De gelovigen hebben de Heilige Geest ontvangen, die hier de ‘Geest van adoptie’wordt genoemd. Paulus gebruikt het woord ‘huiothesia’ (aanneming tot zoon, adoptie, zie: Gal. 4:5 en Efeze 1:5), omdat de gelovigen vroeger geen kinderen van God waren…’
Gelovigen zijn niet langer slaaf, maar kind. Je kunt dat lezen in Galaten 4:1-7. In vers 5 zien we dat de Zoon van God gekomen is ‘om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen’. Dat is een juridische zaak en heeft dus rechtsgeldigheid. Het woord ‘huiothesia’ is de vertaling van het woord ‘adoptio’ uit het Romeinse recht. Je bent dan door het werk van Jezus officieel als zoon of dochter door God aangenomen als Zijn kind. Als je door het geloof aan Jezus bent verbonden, ben je ook een officieel kind van God door adoptie.
Het bekende lied ‘Abba, Vader’ is eigenlijk mijn antwoord op de aanneming tot kind (adoptie) van God. Weet je ook dat God jouw Vader door Jezus Christus geworden is?In dit lied belijden we ons geloof en uiten we onze toewijding aan God. :
Abba, Vader, U alleen,
U behoor ik toe.
U alleen doorgrondt mijn hart,
U behoort het toe.
Laat mijn hart steeds vurig zijn,
U laat nooit alleen.
Abba, Vader, U alleen,
U behoor ik toe.
Abba, Vader, laat mij zijn
slechts van U alleen,
Dat mijn wil voor eeuwig zij
d’ Uwe en anders geen.
laat mijn hart nooit koud zijn, Heer.
laat mij nimmer gaan.
Abba, Vader, laat mij zijn
slechts van U alleen.
(Engelse tekst en muziek: D. Bilbrough.)
YouTube-video opwekking 136 Abba, Vader
Geaccepteerd en geliefd door het offer Jezus
Als we door het geloof bij Jezus horen, worden we volgens Efeze 3:6 ‘begenadigd en aanvaard in de Geliefde’. (In de Engelse King James vertaling: ‘Accepted in the Beloved’). Dan je dus door God geaccepteerd!
In Galaten 4:6 en 7 lezen we: ‘Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! Dus nu bent u niet langer slaaf, maar kind; en als u kind bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus.’
‘Abba’ is het Aramese woord voor vader. Dit was in de tijd van Jezus een vertrouwelijk woord. Kinderen noemden hun papa zo. Jezus gebruikte dit intieme ‘Abba’ voor Zijn Vader in Mark. 14:36 in Gethsémané, toen Zijn ziel zeer bedroefd was, tot de dood toe (vers 34).
Jezus was bij deze uitermate zware beproeving vlak voor Zijn lijden en sterven aan het kruis, waar Hij de lijdensbeker voor Gods kinderen heeft leeggedronken. Hij zei in Mark. 14:36: ‘Abba, Vader, alle dingen zijn mogelijk voor U; neem deze drinkbeker van Mij weg, maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt.’
Luister naar het ontroerende lied over Jezus in Gethsémané, dat gezongen wordt door een driejarig meisje. Je ziet haar zingen, afwisselend met filmfragmenten:
YouTube-video Gethsemane – Claire Ryann at 3 Years Old
Jesus climbed the hill to the garden still.
His steps were heavy and slow.
Love and a prayer took Him there
to the place only He could go
…
Refrein:
Gethsemane. Jesus loves me.
So He went willingly to Gethsemane.
…
He felt all that was sad, wicked or bad.
All the pain we would ever know,
while His friends were asleep.
He fought to keep His promise made long ago.
…
The hardest thing that ever was done.
The greatest pain that ever was known.
The biggest battle that ever was won.
This was done by Jesus.
The fight was won by Jesus.
…
Gethsemane. Jesus loves me.
So he gave His gift to me in Gethsemane.
Gethsemane. Jesus loves me.
So he gives His gift to me from Gethsemane
De kelder van de angst
Leef je geestelijk nog in de kelderverdieping van de angst? In de kelder van de angst bekijk je alles door een donkere bril. Je projecteert daar de zaken die op je afkomen op een verduisterd verbeeldingsscherm. Dat is dan jouw voorstelling van de werkelijkheid die anders is.
In de kelder van angst, waarin iemand zichzelf terugtrekt, is ook het archief of historisch record van de angstbanden. Hierdoor zijn we aan anderen zijn gebonden. We laten ons dan beheersen door wat anderen van ons vinden, over ons zeggen en ons opdragen.
Je bent dan emotioneel afhankelijk geworden
van de mensen die over je heersen.
Misschien ben je wel opgevoed tot hulpeloosheid en niet tot zelfstandigheid. Je bent dan ondergeschikt gemaakt aan een ander, dat je als een slaaf van angst voor hem of haar werkt en deze persoon steeds wil behagen. Je bent dan bang dat mensen je niet mogen of zelfs boos op je worden. Dat maakt je ook onzeker bij nieuwe contacten, gelegenheden en omstandigheden.
Misschien ben je wel bang voor nieuwe contacten. Je kunt jezelf dan gaan isoleren of pantseren. Je bent dan ook bang voor nieuwe afwijzing en dat mensen je toch wel weer zullen laten vallen. Je kunt jezelf niet interessant vinden en denkt dat anderen ook geen interesse voor je hebben.
Zo kom je terecht in een uitzichtloze,
betekenisloze en doelloze toestand
in de kelder van de angst.
Eigenlijk is ‘de kelder van de angst’ een onderdeel van ons natuurlijke bestaan. Het heeft te maken met onze afval van God in het Paradijs, waardoor we van nature zonder God (God-loos) afgescheiden van Hem leven. Dat is een toestand van duisternis en zonde. Zonde betekent letterlijk: ‘je doel missen’. In Genesis 3:8 lezen we dat Adam en Eva zich na de zondeval zich verborgen voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen van de hof. In vers 9 lezen we: ‘En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem: ‘Waar bent u?’ In vers 10 reageert Adam: ‘Ik hoorde Uw stem in de hof en ik werd bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.’
Als je jezelf schuldig, naakt en bang voelt, ga je jezelf verstoppen in de laagste verdieping van je bestaan. Als je God en de mensen zodoende uit de weg wil gaan, zul je gaan wegkwijnen in je zelfgekozen isolatieruimte.
Hoe vaak trek ik me nog terug
in de kelderruimte van de angst?
In deze duistere toestand zijn de geesten van de duisternis actief. Zij zullen daar gaan infiltreren via je gedachten en gevoelens.
Kwade geesten willen
je steeds weer laten kelderen
Denk hierbij aan de geesten van angst, boosheid, bitterheid, afgunst, vertwijfeling, veroordeling, leugens en misleiding. Dat leidt in vele gevallen tot depressie, agressie, obsessie, verslaving en wanhopige gedachten. Satan en zijn demonen zullen er alles aan doen om ons steeds weer terug te voeren naar de kelderruimte van de angst.
Ben je vatbaar voor angst, paniek en depressie?
In het boek ‘Hoe overwin ik mijn angst’ van Niel Anderson en Rich Miller wordt op blz. 196 dr. Edmund J. Bourne aangehaald, die stelt dat er vier typen persoonlijkheden vatbaarder zijn voor ernstige angst- en paniekaanvallen.
Het meest vatbaar voor angst en bezorgdheid is daarbij de Tobber. Deze persoonlijkheid vergroot de angst boven wat er aan de hand is, en werkt bezorgdheid in de hand door zelfs wel van het ergst denkbare uit te gaan. Er wordt gesteld in het boek van Niel Anderson: ‘Tobbers vinden het moeilijk om rust te vinden in de liefhebbende en beschermende armen van hun hemelse Vader.’
De Tobber denkt:
‘Het zal wel nog erger met me worden’
Een ander genoemd type is het Slachtoffer. Deze kan worden overweldigd door een gevoel van hulpeloosheid en hopeloosheid. Hij houdt zijn falen bij en denkt dat hem, nog meer pech staat te wachten. Hij voelt zich misdeeld en waardeloos, schiet te kort, en blijft maar klagen en treuren. Als je de rol van slachtoffer speelt, kan dat een excuus worden om er nooit bovenop te raken.
Het slachtoffer denkt:
‘Altijd pech voor mij’
Het derde type dat wordt genoemd is de Criticus. Deze kan een overgevoelig geweten hebben, terwijl hij zichzelf en anderen hekelt. Eigenlijk kan deze persoon ook getypeerd worden als ‘een innerlijke Criticus’. Je kunt dan steeds weer aangevallen worden door gedachten als; ‘Ik kan niets goeds doen, wat ben ik toch dom’ Als Criticus kun je jezelf vaak ontmoedigd en verslagen voelen.
De Criticus denkt:
‘Nooit goed genoeg’
Misschien is er vroeger al een negatief etiket op je geplakt. Als Criticus blijf je het dan bij jezelf en anderen ook doen. In het boek wordt aangegeven dat dit de Criticus onmogelijk maakt om te genieten van de blijdschap en de vrijheid van ‘een kind van God te zijn’. Men stelt verder dat daardoor het geloof uit je kan worden weggezogen, omdat je niet in staat bent je angst te overwinnen.
Nauw verwant aan deze Criticus is de Perfectionist. Dit kan ook een melancholische of zwaarmoedige Perfectionist zijn. Hij denkt steeds dat het nog beter kan en moet.
De perfectionist denkt:
‘Ik moet het nog beter doen’
In het boek wordt verklaard: ‘Perfectionisten ervaren nooit gemoedsrust omdat ze nooit perfectie kunnen bereiken. Hun overweldigende behoefte om het steeds beter te doen, maakt hen opgejaagd, gespannen en geprikkeld. Ze werken een angststoornis zelf in de hand, omdat ze het niet kunnen verdragen om te falen, en al helemaal niet in het openbaar.’
Met een melancholisch, zwaarmoedig temperament ben je bijzonder vatbaar voor depressies. In je overgevoeligheid kun je teveel op jezelf zijn gericht. Waak voor negatieve, kritische gedachten over jezelf en anderen. Je kunt ook kritisch gaan staan tegenover de weg die God met je gaat. Het wordt nog erger als je boos bent op God. Bij God is er geen onrecht. Misschien sta je jezelf in de weg om de weg van God te gaan.
Sta je jezelf in de weg
om op de weg van God te kunnen gaan?
Ga niet te ver door op de weg naar een depressie!
Herken je de volgende symptomen van depressie al in een bepaalde mate bij jezelf:
droefgeestigheid, lusteloosheid, machteloosheid en hopeloosheid, angst en zorg, schuldgevoelens, boosheid, zelfbeklag en allerlei lichamelijke klachten die eraan gerelateerd zijn.
Opdrachten:
1. Herken je iets van de volgende soorten angst bij jezelf?
– Angst om de controle te verliezen.
– Angst om echte verbondenheid te zoeken.
– Angst om Jezus Heer te laten zijn.
– Angst om de Geest in je te laten waaien.
– Angst om los te laten.
– Angst om ontvankelijk te zijn.
– Angst om af te wijken van oude gewoonten en gedrag.
– Angst om in de vrijheid van Christus te gaan staan.
– Angst om onze zonden te belijden.
– Angst om door de geestelijke strijd.
2. Welke van deze angsten zijn nog in bepaalde mate bij je aanwezig?
Weggestopte angsten
Er kan vaak een onbestemde angst in ons leven zijn. Het zit dan wel ergens in de bewuste of onderbewuste kelderverdieping van ons bestaan. Wat denk je van het gesloten archief van ons weggestopte geheugen? Als een bepaalde angst je leven teveel beheerst, kan het belangrijk zijn om met pastorale of psychische hulp het over te brengen naar je actieve geheugen, waar je het kunt verwerken. In het geloof kan ook de angst bij Jezus en het kruis worden gebracht.
Als je jezelf vaker de vraag stelt: ‘ik ben bang dat …’ dan is dat een signaal van aanwezigheid van een bepaalde angst.
3. Waar ben je bang voor?
Probeer eens 3 soorten angst in je leven te benoemen:
– Ik ben bang dat …
– Ik ben bang dat …
– Ik ben bang dat …
Een prediker stelde:
‘Ik ben me bewust van die angst,
maar wil me er niet door laten leiden.’
4. Hoe kan deze stelling voor jou ook realiteit worden?
Het aangeschoten huis na de oorlog
Dit voorbeeld gaat over een in de oorlog beschoten huis in de polder, waarin iemand in de benedenverdieping is gaan wonen. Hij durft niet meer op de bovenverdieping te komen, omdat hij nog bang is voor beschietingen – en dat terwijl de oorlog allang voorbij is! Daarmee mist hij het uitzicht naar buiten toe, waardoor hij over de dijk kan kijken naar de monding van de rivier en de zee.
Als hij vanuit de bovenkamer door het raam naar buiten zal gaan kijken, dan zal hij zien dat de kust veilig is. Dan zal het licht weer in zijn bovenkamer gaan schijnen en zijn omgeving weer helder worden. Dan zal ook zijn bovenkamer worden verlicht, zodat hij helder en nuchter kan gaan nadenken. Dan komt hij weer tot de bewustheid van de werkelijkheid. Dan weet hij: ik hoef niet meer bang te zijn, want het gevaar is geweken, de oorlog is voorbij, het is veilig binnen en buiten.
Een kind van God mag het huis van de angst verlaten
en gaan wonen in het huis van de liefde
Hij kan de mensen weer in de ogen kijken, zonder bang te zijn. Hij durft de ander weer te vertrouwen. Hij ziet weer vader en moeders, broers en zussen. Hij durft weer vriendschappen te accepteren, en mensen in het hart te sluiten. Hij durft zich over te geven aan de liefde.
De bovenverdieping van de liefde
Vat moed en kom tot overgave om te gaan wonen in de bovenverdieping van de liefde! Daar worden we verlicht en verwarmd door de Heilige Geest, Die ons op Jezus laat zien. Geef je hart aan Jezus, de Heiland, Die je kan bevrijden van angst en helen van de pijn van de afwijzing.
Ons wordt ook verkondigd in 1 Joh. 1:5 dat God licht is. Zijn licht en liefde schijnen in de duisternis. Het komt in het Evangelie tot ons door Jezus Christus, het Licht der wereld. We lezen in Johannes 1 dat de duisternis heeft het niet begrepen (vers 5) en dat de wereld Hem niet heeft gekend (vers 10). In vers 11 wordt aangegeven dat de Zijnen Jezus niet hebben aangenomen.
In Joh. 1:12-13 zien we de positieve mogelijkheid die ons wordt aangeboden, in het aanvaarden van Jezus. Door het geloof in Jezus zijn we een kind van God. We lezen namelijk in de verzen 12 en 13: ‘Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.’
Door het geloof in Jezus
ben je geliefd en geaccepteerd door God de Vader.
Zwerfkind of adoptiekind?
Heidi Baker is de schrijfster van het boek ‘Door liefde gedreven’. Het is in 2009 in onze taal uitgegeven. Vanaf 1995 heeft ze samen met haar man Rolland Baker al vele honderden (straat)kinderen en wezen mogen opvangen. Ze hebben gezien dat God op een wonderlijke manier heeft voorzien in de hulp aan meer dan 7500 kinderen.
De zwerfkinderen werden in haar opvangcentra geadopteerde kinderen. Zij kregen hierbij ook de voorrechten van adoptiekinderen. De kinderen konden dit zelf, vooral in het begin, soms moeilijk beseffen en innerlijk aanvaarden. In hun hart konden ze nog langere tijd ‘weeskind’ of ‘zwerfkind’ blijven, waardoor ze niet vrijmoedig gebruikmaakten van hun voorrechten. Heidi schrijft erover: ‘Als we kinderen van de straat pas in huis hebben genomen, zijn het doorgaans kleine straatrovers met een lijf vol luizen en schurft en over het algemeen is het akelig tuig.’
In het opvanghuis ontvangen ze veel liefde en een goede verzorging. Heidi verhaalt ons verder: ‘Eerst zijn de nieuwe kinderen zo schuchter, dat ze niet eens iets uit de koelkast willen eten. Ze hebben het gevoel dat ze ervoor moeten werken als ze iets willen – of het moeten stelen. De kinderen die weten wie ze bij ons zijn, doen de koelkast open en pakken alles zelf!’
Deze kinderen hebben nog de geest van een weeskind of een zwerfkind. Heidi verklaart: ‘Zij zijn nog bang en vaak stelen ze of denken ze dat ze alles eerst moeten verdienen en hun best moeten doen om geaccepteerd te worden. Ze moeten eerst nog leren wat adoptie in Gods familie inhoudt en daarna leren geloven dat ze echt gewenst zijn.
Heidi kan ons gelukkig ook doorgeven: ‘Het is heerlijk om te zien als ze een echte ervaring van geadopteerd te zijn krijgen. Dan veranderen ze echt en vinden ze blijdschap! Dat kan alleen maar gebeuren als het een geschenk van de Heilige Geest is.’ Ze geeft verder aan: ‘Naarmate de Vader de geest van deze in de steek gelaten kinderen en wezen geneest, gaan ze beseffen dat het Koninkrijk ook voor hen is. De kinderen die eens van ons stalen, zijn nu totaal veranderd en zijn de leiders van de nieuwe kinderdorpen. Zij hoeven zich niet meer te verbergen in de schaduw of rond te sluipen; hun hart is door God rein gemaakt en nu hebben ze Zijn goedheid gezien.’
Gedraag je als een geaccepteerd kind
In wat Heidi ons verhaalt en leert, zitten belangrijke geestelijke lessen. Wettische, twijfelende en angstige gelovigen kunnen zich ook ervaren en gedragen als een weeskind en zwerfkind, terwijl ze in werkelijkheid een adoptiekind zijn. Ze zijn aangenomen tot Gods kinderen en behoren zich daarom ook als een waardig en dankbaar kind te gedragen.
De jongste verloren zoon in de gelijkenis ontving van zijn vader het kleed en de ring, waaruit duidelijk bleek dat hij was geaccepteerd als een volwaardige zoon. Hij mocht daarna niet meer twijfelen aan de liefde van zijn vader en de acceptatie door zijn vader. Hij moest dit blijven geloven en niet luisteren naar vleselijke (schuld)gevoelens en minderwaardige gedachten. Hij moest zijn identiteit als geliefde zoon van zijn vader dankbaar blijven beseffen. Daarmee eerde hij zijn vader. Zijn vader zei zelfs tegen de oudste verloren zoon: ‘Mijn jongen, jij bent altijd bij mij en alles wat van mij is, is van jou’ (Luk.15:31).
De Geest van adoptie
We lezen in Rom.8:15-16: ‘Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’ De Heilige Geest wordt hier de ‘Geest van adoptie’ genoemd. Het Griekse grondwoord ‘huiothesia’ betekent ‘aanneming tot zoon, adoptie’.
De geadopteerde kinderen in het opvangtehuis van Heidi Baker hadden een vrije toegang in het hele huis en de voorraad in de koelkast. Heidi vertelt ons over het weeskind Ramadan, dat hij zo vol schaamte en verdriet was, dat hij niemand aan durfde te kijken. In het begin beet en schopte hij en zag hij er diep ongelukkig uit. Heidi zei hem, dat hij cola in de koelkast mocht pakken, wanneer hij maar wilde. Daarna zei ze: ‘Ramadan, ik ga je in bed stoppen en een liedje voor je zingen. Ik ga je in je ogen kijken en van je houden.’ En vanaf toen begon God zijn hartje te veranderen.
Genezing voor een verweesde geest
Heidi leert ons hierbij: ‘Zo gaat we allemaal een beetje met God om. We denken dingen als: ‘Mag ik dat echt? Mag ik echt die deur opendoen en van Hem drinken? Houdt Hij wel echt van me?’ Maar in de loop van de tijd geneest God onze in de steek gelaten en verweesde geest.’
Ze bemoedigt ons als gelovigen: ‘Wij mogen deel hebben aan Zijn vrede, Zijn vreugde, Zijn geduld, Zijn lankmoedigheid, Zijn genezing en Zijn voorzienigheid. Het staat ons vrij vertrouwelijk met Hem om te gaan en als zoon of dochter bij Hem in het verborgene binnen te komen.’
Door de liefde van God ontvangen wij vrijmoedigheid. We lezen in 1 Joh.4:18:‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit.’ Gods liefde maakt ons dankbaar. We lezen in 1 Joh.4:19: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad.’ Het geloof werkt door de liefde, en leert ons te accepteren.
Zie je jezelf nog als een zwerfkind? of accepteer je gelovig dat je de rechten van een adoptiekind hebt? Het gaat erom hoe God over je denkt, en wat Hij je wil geven. De Heilige Geest leert het ons (zie 1 Kor.2:12).
Opdrachten
3. Wat vind je van het verhaal van Heidi Baker?
4. Waarin herken jij jezelf?
5. Weet je het geestelijk verschil tussen een zwerfkind en adoptiekind?
6. Waardoor kwam er innerlijk herstel bij deze verweesde kinderen?
7. Hoe kun je jezelf innerlijk ervaren als een geaccepteerd kind van God?
De liefde van God verdrijft de angst
We lezen in 1 Johannes 4:18: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vrees is niet volmaakt in de liefde.’ In het Grieks staat er dat de volkomen liefde de vrees uitwerpt. Er wordt vertaald: ‘Liefde laat geen ruimte voor vrees’, ‘liefde sluit angst uit’en ‘liefde laat geen ruimte voor vrees’.
Paulus geeft ons door in 2 Timotheüs 1:7: ‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.’ Het gaat hierbij om een geest van lafhartigheid, een angst die je vatbaar maar voor intimidatie. Je wordt geïntimideerd door bedreiging en bangmakerij. Je gedrag wordt erdoor beïnvloed. Kwade geesten kunnen je angst aanjagen en ontmoedigen, maar door het geloof weet je jezelf veilig en beschermd bij God
8. Bespreek samen de tekst hierboven over wat de liefde van God bij je kan. Kun je er iets over zeggen vanuit je eigen ervaring?
Hoe komt de vrede van God in ons?
De duivel zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi (1 Petr. 5:8). leeuwen proberen hierdoor hun slachtoffers te verlammen van angst. Het is bekend dat een mannetjesleeuw door zijn vervaarlijk gebrul de dieren laat vluchten naar de richting waar de vrouwtjes op de loer liggen. De duivelen werken met list, bedrog, leugens en angst. Geloof er niet in! Geloof in de werkelijkheid van een veilige schuilplaats bij God. Het geloof is toevluchtnemend van aard. Door het geloof ontsnap je aan het gevaar van leugens en list. In het boek van Anderson wordt gesteld:
‘We overwinnen de leugens van deze wereld
door voor de waarheid te kiezen,
en we blijven ervoor kiezen totdat ons denken is vernieuwd.’
We lezen de waarheid over de weg naar de vrede van God in Filippenzen 4:6-7. Paulus schrijft daar: ‘Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.’
Jezus heeft Zijn vrede nagelaten aan Zijn volgelingen, zoals we lezen in Joh. 14:27, als Hij bemoedigd: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet ontroerd en niet bevreesd worden.’ In een andere vertaling staat:
‘Maak je niet ongerust en wees niet bang.’
Ga naar de bovenkamer van het geloof, en ontdekt daar de waarheid, zoals we lezen in Psalm 27:1: ‘De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik verschrikt zijn?
Lees in deze verlichte kamer Psalm 4:7-9. Kom tot rust met het laatste vers:
‘In vrede zal ik gaan liggen en inslapen,
want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen.’
9a. Wat spreekt je aan in de tekst hierboven over de vrede van God en onze angst?
9b. Bespreek daarbij ook de Bijbelteksten die erin staan.
10. Wat heeft de liefde van God al bij jou teweeggebracht?
11. Waar verlang je nog naar als het gaat over geestelijk herstel of geloof?
12. Waar wil je voor (laten) bidden?
Onderling gebed
Afsluitende liederen samenkomst
De overwinning van de liefde op de angst wordt bezongen door het volgende lied van Kees Kraayenoord. Eerst volgt zijn tekst:
De liefde wint.
Ik voel het weer.
Dit is een nieuwe dag.
Ik weet de weg verdwaal niet meer,
en zie wat ik niet zag.
De liefde geeft mij zoveel kracht,
verjaagt de angst uit mij.
Zij is mijn zonlicht in de nacht.
Het donker is voorbij.
Refrein:
Geen duizend ketens houden mij
Bij Hem vandaan, want ik ben vrij.
Ik zie het licht en ik was blind.
Dus ik geloof: De liefde wint.
De bakens zijn voorgoed verzet.
Gods woord is mijn kompas,
Zijn liefde heeft mijn hart gered
dat zo verloren was.
De wereld houdt er ooit mee op,
want alles gaat voorbij.
Maar zelfs wanneer mijn leven stopt,
dan bent U hier bij mij,
dan bent U nog dichtbij.
…
Ken je de liefde van Jezus?
Heb je de liefde van Jezus al ontdekt en ervaren? De liefde van Jezus voor mij is de drijfveer voor een leven van dankbaarheid en het volgen van Hem. Het wordt mooi verwoord in het lied van Sela. Het is indrukwekkend en opwekkend! Kun je het lied van Sela hartelijk meezingen? Je kunt het via de volgende link op YouTube beluisteren en live bekijken:
YouTube-video Sela | Jezus liefde voor mij
(CD/DVD Live in Groningen)
Laat de tekst van Hans Maat op je inwerken. Kun je het overnemen en proclameren:
JEZUS’ LIEFDE VOOR MIJ
Dank U mijn Vader voor al uw genade, die U liefdevol geeft.
Genade die heiligt, mijn hart heeft gereinigd, door Hem die in mij leeft.