Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Inhoud deel 4
Dag 141. Hoe word je bevrijd van de zondelast?
Dag 142. Leven uit de wet of door het Evangelie?
Dag 143. Je bent tot vrijheid bevrijdt
Dag 144. Laat je gelovig dragen
Dag 145. Een kind van God is geen slaaf
Dag 146. Genezing van een verweesde geest
Dag 147. Wat mag je als geliefd kind van God?
Dag 148. Wandel als een kind van het licht
Dag 149. Zefat, de blinde bedelaar
Dag 150. Leiding en bescherming onder de wolk
Dag 151. Volg je Jezus met een oprecht hart?
Dag 152. Ontwikkel geen dubbele identiteit!
Dag 153. Verhard je hart niet!
Dag 154. Dubbelhartige twijfelaars
Dag 155. Innerlijk verdeeld en een prooi van de duivel
Dag 156. Rein en oprecht van hart zijn
Dag 157. Los van God ben je onbeschermd
Dag 158. Het afdwalend hart in de duisternis
Dag 159. Kies voor het leven!
Dag 160. Hoe kom je aan een vernieuwd hart?
Dag 161. Een vernieuwd en verlicht hart
Dag 162. Ga niet zonder God verder…
Dag 163. Wees present bij God in een veilige tent
Dag 164. Hoe kom je innerlijk tot rust bij Jezus?
Dag 165. Onrust en onvrede
Dag 166. Vind rust onder het juk van Jezus
Dag 167. Stil mijn ziel, wees stil
Dag 168. Belastende zaken die je onrustig houden
Dag 169. Zijn geest, ziel en lichaam op orde?
Dag 170. Angstig hinken op twee gedachten
Dag 171. Geestelijke strijd en je innerlijke kind
Dag 172. Focus je op Jezus
Dag 173. Laat het kinderlijke achter je
Dag 174. Laat je niet leiden door emoties
Dag 175. Staak de emotionele Strijd
Dag 176. Blijf niet langer aanmodderen
Dag 177. Gebruik je verstand en luister naar God
Dag 178. Genezing van pijnlijke herinneringen
Dag 179. Groeien naar een standvastig geloof
Dag 180. Volwassen gelovigen en hun emoties
Dag 181. Gevoelens en geloofszekerheid
Dag 182. Geestelijke volwassenheid
Dag 183. Vreugde als basis voor geestelijke groei
Dag 184. De vreugde de HEERE is je kracht
Dag 185. Spreek je ziel aan!
Dag 186. Kom tot Jezus!
+++
Dag 141. Hoe word je bevrijd van de zondelast?
We lezen in Exodus 2:23 dat de Israëlieten het vanwege de slavenarbeid uitschreeuwden tot God. Leef je nog in slavernij, opgejaagd door de wereld, gebonden door zonden? Ben jij ergens slaaf van? Waar word je door opgejaagd of gekweld? Hoe kun je van deze (innerlijke) druk worden bevrijd?
Als een godsdienstige mens kun je ook als een slaaf wettisch aan het werk zijn. Door de werken van de wet kom je niet tot innerlijke vrijheid. Zie je God alleen als je Wetgever of ken je Hem ook als je Heelmeester? Onze zonden en wonden kunnen door God worden overwonnen en geheeld. Heb je ook een exodus nodig?
We lezen in Exodus 1:13, dat de Egyptenaren de Israëlieten met harde hand voor zich lieten werken: ’Zij maakten het leven bitter voor hen door hen zwaar werk te laten verrichten met leem en bakstenen.’ Door hard te werken konden de Joden zich niet bevrijden uit hun slavernij.
Volgens de wet van de zwaartekracht valt een zwaar gewicht altijd naar beneden. Hoe kan deze wetmatigheid worden opgeheven? De zonde is een loodzware vracht, die je door wettische krachtoefeningen niet kunt verwijderen uit je leven. Door hard werken konden de Joden zich niet bevrijden uit hun slavernij.
Volgens de wet van de zwaartekracht valt een zwaar ijzeren gewicht altijd naar beneden. Hoe kan deze wetmatigheid ongedaan worden gemaakt? De wetmatigheid van de zondelast die ons naar beneden drukt, kan worden opgeheven door de aantrekkingskracht van de magneet en de genade, dat deze last van ons wegneemt. Genade bevrijdt ons van de zonde. Denk hierbij aan de bevrijdende woorden van Johannes de Doper over Jezus in Joh. 1:29: ‘Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt!’ Het gelovig zien op Jezus bevrijdt ons van de zondelast.
Jezus is de Heiland (dat is: Redder, Bevrijder, Heler). In Jezus Christus is God voor de oprechte gelovigen de Heelmeester.
1. Ben je bezwaard door een last van zorgen en zonden? Waarom kun je jezelf er door goede werken niet van verlossen?
2. Hoe kan de wetmatigheid van kwaad en zonde worden opgeheven als je let op Johannes 1:29?
+++
Dag 142. Leven uit de wet of door het Evangelie?
Wat is het verschil tussen het werken vanuit de wet en het werken vanuit het Evangelie? Ik leg het uit met een verhelderend voorbeeld dat ik doorkreeg over een weduwnaar en een huishoudster. Deze weduwnaar had een huishoudster in dienst. Zeg maar dat ze voor het werk van hem 40 euro per dag ontving. Hij had voor haar een lijstje gemaakt van tien werkzaamheden, die ze moest verrichten. Het werd op de keukenmuur geplakt, boven het aanrecht. Deed ze te weinig, dan moest ze nog bijwerken om aan die 40 euro te komen. Dat ging zo geruime tijd door. Ze aten wel samen de middagmaaltijd, maar wel op gepaste afstand.
Na verloop van tijd raakte hij verliefd op haar. Het bleek wederzijds te zijn. Ze besloten te trouwen. Wat gebeurde er toen met het lijstje van de tien werkzaamheden? Uiteraard werd dit weggehaald van de muur. Wie had er nu voordeel van het huwelijk? De man hoefde haar niet meer uit te betalen. En wat denk je? de vrouw hield zich nog netjes aan de tien werkzaamheden, maar dan wel met het verschil dat ze er nog meer voor hem uit liefde deed.
Als je vanuit de werken van de wet bezig bent, werk je omdat het moet. Je moet er dan voor zorgen dat je voldoet. Je blijft dan tekort schieten. De wet van God eist volmaakte gehoorzaamheid.
Als je werkt vanuit het Evangelie, dan is de wet als een liefdedienst in je hart. De liefde van God motiveert en drijft je dan om Jezus na te volgen, Die de wet voor ons heeft gehouden en vervuld. Je leeft dan volgens het nieuwe gebod van Jezus, zoals we lezen in Joh. 13:34: ‘Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben.’ We lezen in Gal. 5:6 over het geloof, dat door de liefde werkzaam is. In Christus Jezus heeft dat kracht. In Rom. 13:8 wordt aangegeven: ‘Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld.’
1. Wat kun je leren van het voorbeeldverhaal van de weduwnaar en de huishoudster?
2. Wat denk je van Joh. 13:34 en Rom. 13:8-10? Hoe kan de liefde de vervulling van de wet zijn?
+++
Dag 143. Je bent tot vrijheid bevrijdt
Als je weer door de wet gaat werken, kun je niet voldoen, maar zul je constant falen, zoals je leest in Rom. 7:14-26. Het goede te doen, lukt je steeds niet. Je komt dan weer in de innerlijke strijd. Paulus verklaart in de verzen 18-19: ‘Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont. Immers, het willen is er bij mij wel, maar het goede teweegbrengen, dat vind ik niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Paulus geeft aan op het eind van zijn innerlijke strijd in Rom. 7:24-25: ’Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.’
Rom. 8 leert ons dat je in vrijheid kunt leven door de Geest van God. Als je door het geloof in Christus Jezus, kun je naar de Geest wandelen bent – daartoe word je dan in staat gesteld. Jezus heeft de wet voor de gelovigen gehouden en vervuld en Zijn Geest in hen gegeven. Door deze Geest van God kunnen we bevrijd van lasten en veroordeling leven. Je wandelt dan niet meer onder de neerdrukkende wetmatigheid van het zondige vlees, maar laat je leiden door de Geest. Door dit geloof krijg je de zekerheid en vrijmoedigheid. We lezen in Rom. 8:14-16: ‘Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. 15 Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! 16 De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.
Galaten 5:1 geeft aan: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een slavenjuk belasten.’ Dat betekent, dat je niet opnieuw onder een juk van de dienstbaarheid moet gaan leven, want je bent ‘tot vrijheid bevrijdt’. Jezus zegt tot Zijn volgelingen in Joh. 15:15: ‘Ik noem u niet meer slaven (dienaren), want de slaaf weet niet wat zijn heer doet.’ Een slaaf moest bevelen opvolgen, zonder verder overleg, ook al begreep hij niet waarom. Met een vriend werd wel overlegd. Een vriend van Jezus gehoorzaamt Zijn bevelen uit liefde. Wil je Jezus zó ook gelovig gehoorzamen?
1. Wat is het verschil tussen de genoemde teksten van Romeinen 7 en 8? Herken je het?
2. Als je tot vrijheid bent bevrijdt, hoe leef je dan? (Zie Gal. 5:1 en Joh. 15:15.)
+++
Dag 144. Laat je gelovig dragen
God spreekt in Exodus 20:2: ‘Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis geleid heeft.’ In Hos. 11:1 geeft Hij aan: ’Toen Israël een kind was, had Ik hem lief, en uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen.’ Geloven betekent letterlijk: ‘Laat je dragen’.
De Israëlieten hadden kunnen weten dat God een Vader voor hen wilde zijn. Mozes zegt tegen ze in Deut.1:31 over hun woestijnreis: ‘dat de HEERE, uw God, u daarin gedragen heeft, als een man zijn zoon draagt…’ God wil gelovige kinderen, die Hem vertrouwen en liefhebben, en geen slaven die slechts voor Hem willen werken.
Jesaja geeft ons door de volgende woorden van God tot Zijn volk, wat we lezen in Jes. 46:3-4: ‘U, die door Mij gedragen bent vanaf de moederschoot, gedragen vanaf de baarmoeder. Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ik u dragen; Ik heb het gedaan en Ik zal u opnemen, Ik zal dragen en redden.’
Voor de Joden in ballingschap in Babel heeft God een bemoedigende boodschap doorgegeven. In Jer. 29:11-14 lezen we over de gedachten van de HEERE tot Zijn volk in gevangenschap. Betrek het ook maar op jezelf, als je jezelf nog ergens aan gebonden voelt. In vers 11 geeft Hij aan: ‘Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.’ Wat gebeurt er als je dat doorkrijgt voor jou persoonlijk? Wat vind je van het resultaat in de verzen 12-14?
God wil Zijn volk een toekomst vol van Hoop geven. Dat wordt vertolkt in het lied van Sela ‘Een toekomst vol van hoop’. (Tekst: Hans Maat, muziek: Adrian Roest.) Hieronder volgt de tekst van het lied:
In de nacht van strijd en zorgen kijken wij naar U omhoog,
biddend om een nieuwe morgen, om een toekomst vol van hoop.
Ook al zijn er duizend vragen, al begrijpen wij U niet,
U blijft ons met liefde dragen, U die alles overziet.
+++
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen, leidt ons door dit leven heen.
+++
U heeft ons geluk voor ogen. Jezus heeft het ons gebracht.
Mens, als wij, voor ons gebroken in de allerzwartste nacht.
U bent God, de Allerhoogste, God van onbegrensde macht.
Wij geloven en wij hopen op het einde van de nacht.
+++
1. Hoe kun je jezelf gelovig laten dragen?
2. Wat spreekt je aan in het lied van Sela?
+++
Dag 145. Een kind van God is geen slaaf
In Rom. 8:14 wordt verklaard: ‘Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.’ Tot de gelovigen wordt daarom ook gezegd: ‘Want u hebt niet de geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!’ In de GNB wordt vertaald: ‘De Geest die God u gaf, maakt geen slaven van u.’ Vanuit de Griekse grondtekst zie je dat de gelovigen de ‘Geest van adoptie’ hebben ontvangen. Het Griekse grondwoord ‘huiothesia’ betekent ‘aanneming tot zoon, adoptie’. Gelovigen zijn volgens Gal. 4:5 vrijgekocht vanonder de wet vandaan, opdat zij ‘de aanneming tot kinderen zouden ontvangen’. Paulus geeft daarbij aan in vers 6: ‘Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in w harten, Die roept: Abba, Vader!’ De geest van slavernij leidt opnieuw tot angst. Heb je de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie je roept: Abba, Vader! Leef dan ook als een kind van God!
1. Wat denk je van de Bijbelteksten hierboven? Wat betekent dat voor jou? Wanneer kun je vrijmoedig ‘Abba, Vader!’ roepen?
Zwerfkind of adoptiekind?
Heidi Baker is de schrijfster van het boek ‘Door liefde gedreven’. Vanaf 1995 heeft ze samen met haar man Rolland Baker al vele honderden (straat)kinderen en wezen opgevangen en geholpen. Ze hebben gezien dat God op een wonderlijke manier heeft voorzien in de hulp aan meer dan 7500 kinderen.
De zwerfkinderen werden in haar opvangcentra geadopteerde kinderen. Zij kregen hierbij ook de voorrechten van adoptiekinderen. De kinderen konden dit zelf, vooral in het begin, soms moeilijk beseffen en innerlijk aanvaarden. In hun hart konden ze nog langere tijd ‘weeskind’ of ‘zwerfkind’ blijven, waardoor ze niet vrijmoedig gebruikmaakten van hun voorrechten. Heidi schrijft erover: ‘Als we kinderen van de straat pas in huis hebben genomen, zijn het doorgaans kleine straatrovers met een lijf vol luizen en schurft en over het algemeen is het akelig tuig.’
In het opvanghuis ontvangen ze veel liefde en een goede verzorging. Heidi verhaalt ons verder: ‘Eerst zijn de nieuwe kinderen zo schuchter, dat ze niet eens iets uit de koelkast willen eten. Ze hebben het gevoel dat ze ervoor moeten werken als ze iets willen – of het moeten stelen. De kinderen die weten wie ze bij ons zijn, doen de koelkast open en pakken alles zelf!’ Deze kinderen hebben nog de geest van een weeskind of een zwerfkind.
2. Wanneer heb je als gelovige nog de geest van weeskind of zwerfkind?
+++
Dag 146. Genezing van een verweesde geest
Heidi Baker vertelt ons over de straatkinderen die ze hebben geadopteerd: ‘Zij zijn nog bang en vaak stelen ze of denken ze dat ze alles eerst moeten verdienen en hun best moeten doen om geaccepteerd te worden. Ze moeten eerst nog leren wat adoptie in Gods familie inhoudt en daarna leren geloven dat ze echt gewenst zijn. Heidi kan ons gelukkig ook doorgeven: ‘Het is heerlijk om te zien als ze een echte ervaring van geadopteerd te zijn krijgen. Dan veranderen ze echt en vinden ze blijdschap! Dat kan alleen maar gebeuren als het een geschenk van de Heilige Geest is.’ Ze geeft verder aan: ‘Naarmate de Vader de geest van deze in de steek gelaten kinderen en wezen geneest, gaan ze beseffen dat het Koninkrijk ook voor hen is.’
In wat Heidi ons verhaalt en leert, zitten belangrijke geestelijke lessen. Wettische, twijfelende en angstige gelovigen kunnen zich ook ervaren en gedragen als een weeskind en zwerfkind, terwijl ze in werkelijkheid een adoptiekind zijn. Ze zijn aangenomen tot Gods kinderen en behoren zich daarom ook als een waardig en dankbaar kind te gedragen.
De jongste verloren zoon in de gelijkenis ontving van zijn vader het kleed en de ring, waaruit duidelijk bleek dat hij was geaccepteerd als een volwaardige zoon. Hij mocht daarna niet meer twijfelen aan de liefde van zijn vader en de acceptatie door zijn vader. Hij moest dit blijven geloven en niet luisteren naar verkeerde (schuld)gevoelens en minderwaardige gedachten. Hij moest zijn identiteit als geliefde zoon van zijn vader dankbaar blijven beseffen. Daarmee eerde hij zijn vader. Zijn vader zei zelfs tegen de oudste verloren zoon: ‘Mijn jongen, jij bent altijd bij mij en alles wat van mij is, is van jou’ (Luk.15:31).
Zie je jezelf nog als een zwerfkind of accepteer je gelovig dat je de rechten van een adoptiekind hebt? Hoe zie je God en hoe zie en ervaar je jezelf? Het gaat erom hoe God over je denkt. Dat moet je te weten komen. Geloof in de waarheid en in vaststaande feiten en niet in leugengeesten, die via het gevoel bij je willen binnendringen! Als we geloven is het een vaststaand feit dat de Heilige Geest ons is gegeven, opdat wij zouden wat God ons genadig geschonken heeft. In 1 Kor.2:12 wordt aangegeven: ‘En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn.’
1. Wanneer gedraag je jezelf als een geadopteerd kind van God?
2. Herken je bij jezelf iets van een verweesde geest? Wat houdt dat in? Hoe kun je ervan genezen?
+++
Dag 147. Wat mag je als geliefd kind van God?
De geadopteerde kinderen in het opvangtehuis van Heidi Baker hadden een vrije toegang in het hele huis en de voorraad in de koelkast. Heidi vertelt ons over het weeskind Ramadan, dat hij zo vol schaamte en verdriet was, dat hij niemand aan durfde te kijken. In het begin beet en schopte hij en zag hij er diep ongelukkig uit. Heidi zei hem, dat hij cola in de koelkast mocht pakken, wanneer hij maar wilde. Daarna zei ze: ‘Ramadan, ik ga je in bed stoppen en een liedje voor je zingen. Ik ga je in je ogen kijken en van je houden.’ En vanaf toen begon God zijn hartje te veranderen.
Heidi leert ons hierbij: ‘Zo gaat we allemaal een beetje met God om. We denken dingen als: ‘Mag ik dat echt? Mag ik echt die deur opendoen en van Hem drinken? Houdt Hij wel echt van me?’ Maar in de loop van de tijd geneest God onze in de steek gelaten en verweesde geest.’ Ze bemoedigt ons als gelovigen: ‘Wij mogen deel hebben aan Zijn vrede, Zijn vreugde, Zijn geduld, Zijn lankmoedigheid, Zijn genezing en Zijn voorzienigheid. Het staat ons vrij vertrouwelijk met Hem om te gaan en als zoon of dochter bij Hem in het verborgene binnen te komen.’
Door de liefde van God ontvangen wij vrijmoedigheid. We lezen in 1 Joh.4:18: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit.’ Gods liefde geeft ons dankbare wederliefde. We beseffen dan wat we lezen in 1 Joh.4:19: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad.’ Het geloof werkt door de liefde en neemt aan wat wij mogen hebben in Jezus Christus.
1. Wat kan de liefde van God in je bewerken (volgens de tekst hierboven)?
2. En wat heeft de liefde van God al met gedaan?
+++
Dag 148. Wandel als een kind van het licht
Als je moedwillig in zonde leeft, kom je weer in geestelijke slavernij en veroordeling.
Paulus verklaart in Gal. 5:13, dat je tot vrijheid bent geroepen, maar niet in het vlees (om vrij te kunnen zondigen). Hij stelt: ‘Maar dien elkaar door de liefde.’
Wat kan er met ons gebeuren als we oude zonden weer binnenlaten in ons nieuwe leven? We kunnen dan weer in de gevarenzone terechtkomen en zelfs geestelijke beschadigingen oplopen. Laat je niet misleiden in de duisternis en trek niet op met verkeerde vrienden, die ongehoorzaam zijn. Laat je niet verblinden door zondige verleidingen. In Efeze 5:6-18 worden we gewaarschuwd om niet terug te vallen in het oude leven van duisternis. Vers 8 geeft aan: ‘Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht.’
Ik wil het verduidelijken met het volgende voorbeeldverhaal:
Juan, het geadopteerde straatkind in Brazilië
De kleine Juan was bang voor de straatbendes en de schietpartijen in de straten van Rio de Janeiro. Onderzoekers gaven aan in 2011 dat zij in Rio de Janeiro 5000 straatkinderen hadden aangetroffen. In 1995 zijn daar zelfs 1400 straatkinderen vermoord. Dat geeft wel aan hoe gevaarlijk het is om daar als kind te moeten leven. Daarom is dit voorbeeldverhaal over Juan aangrijpend en goed te gebruiken bij dit artikel.
Juan heeft kans gezien om zich schuil te houden in een eigengemaakt hol in de afgeschermde tuin van een welgesteld ouder echtpaar. Door een kleine opening in het gaas sluipt hij in het donker de tuin in, vlak bij het goed met plastic, takken en aarde afgedekte hol. Daarin brengt hij de avond en de nacht door. Intussen heeft hij allerlei voorwerpjes verzameld om voedsel in te bewaren en te koesteren. Hij heeft ook wat speelgoed en zijn lievelingsbeertje in zijn hol.
Op zekere dag wordt zijn hol ontdekt door de eigenaar. Niet lang daarna heeft hij de kleine jongen te pakken. Nadat hij het angstige zwervertje heeft gerustgesteld, neemt hij hem mee naar zijn. Ook zijn vrouw is bewogen over dit vermagerde jongetje. Ze besluiten dat hij bij hen mag blijven wonen. Daarna wordt hij door hen geadopteerd.
Het gaat langere tijd goed met de jongen. Hij wordt naar school gebracht in een auto en veilig afgeschermd van het leven op de straat. Hij leert de gebruiken en gewoontes van het goede leven in een huis met welgestelde adoptieouders.
Zal hij daar ook gelukkig mee zijn? Verlangt hij niet terug naar het avontuurlijke leven op straat en zijn oude vriendenkring? Is dit luxe leven wel iets voor hem? Regelmatig denkt hij erover na. Bepaalde verlangens komen weer bij hem boven. Zelfs het spannende leven in het oude hol heeft voor hem nog mooie kanten gehad. Zal hij in de verleiding komen?
Er zijn ernstige gevaren aanwezig bij deze gewezen straatjongen. Hij leefde eertijds in de duisternis, met duistere en zondige praktijken. Veel straatkinderen vervallen tot diefstallen en verslavingen, zoals het lijmsnuiven. Ze kunnen in de drugshandel en straatbendes terechtkomen. In zijn vernieuwde, veilige leven moet hij dus wegblijven van de gevaren en verleidingen van de straat.
Een andere verleiding is het meenemen van ongezonde zaken in zijn nieuwe leven en omgeving. Hij kan bijvoorbeeld zijn lievelingsbeertje gaan ophalen uit zijn oude hol. Het speelgoedbeestje zit echter onder de luizen. Hij verstopt het stiekem onder zijn matras in zijn mooie kamer. Hij kan dus een besmetting of ongedierte brengen in zijn nieuwe leven. Dit zijn ‘onvruchtbare werken van de duisternis, die moeten worden ontmaskerd (Ef. 5:11).
Het zal duidelijk zijn dat deze twee gevaren ook aanwezig kunnen zijn in het leven van vernieuwde gelovigen, die vanuit de duisternis zijn overgebracht naar het licht van Jezus. Laat je dus niet misleiden in de duisternis en trek niet op met de kinderen van de ongehoorzaamheid (zie Ef. 5:6). We lezen verder in Efeze 5:7-8: ‘Wees dan hun metgezellen niet. Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht.’ Jezus geeft aan in Joh. 8:12: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’
1. Wanneer wandel je (weer) als een kind van het licht?
2. Hoe vind je het verhaal van Juan? Wat kan je ervan leren?
+++
Dag 149. Zefat, de blinde bedelaar
Het voorbeeldverhaal van Zefat laat ons zien hoe gevaarlijk het is om terug te vallen in oude, schadelijke zonden. Hij was lid van een welgestelde stam van een Arabische familie met hooggeplaatste personen. Tijdens zijn studie in Medina leidde hij een zondig bestaan met slechte vrienden. Hij raakte ernstig verslaafd aan alcohol. Op den duur kwam hij weg uit het beeld van de familie. Ze wisten niet meer waar hij was. Het gebruik verzwakte zijn lichamelijke conditie. Hij kreeg infecties en een ziekte, waardoor hij zelfs blind werd.
Op zekere dag kwam een rijke oliesjeik uit de stam van Zefat in de achterbuurt waar de verslaafde jongeman zich schuilhield. Hij keek met stijgende verbazing naar de blinde bedelaar Zefat op de straat. Hij herkende hem als zijnde iemand van zijn stam. Hoe kon hij zo aan lager wal zijn geraakt? De sjeik maakte contact met hem. Hij kreeg een diep medelijden met Zefat. Uiteindelijk besloot hij hem op te nemen in zijn gezin. Hij werd naar Amerika gestuurd voor behandeling van zijn ziekte en ogen. Na maanden kwam hij terug naar Arabië, bij zijn weldoener. Hij was hersteld en kon weer zien!
Daarna ging hij weer naar een hogere school en probeerde hij zich aan te passen aan het leven in het paleis van de oliesjeik. Dat lukt hem maar moeizaam. De sjeik gaf hem kans om hoger op te klimmen binnen het bedrijf dat hij had. Zou hij de nieuwe kansen aangrijpen en gehoorzaam gaan lopen in het gareel en op de loopbaan die hem werd voorgesteld?
Na een jaar werd hij aangesproken door een paar oude vrienden. Deze slechte vrienden hebben hem uiteindelijk verleid om op zijn kosten weer met hen te gaan drinken. De verslaving sloeg opnieuw meedogenloos toe. Hij heeft het nog enkele maanden verborgen weten te houden voor zijn weldoener. Daarna maakte hij een nieuwe keuze voor de duisternis. Hij verdween weer uit het zicht achter de horizon. Hij is toen met de noorderzon vertrokken.
Een jaar later vinden we hem terug als bedelaar op een straat in een achterbuurt van Medina. Hij is weer blind! Zal hij nog ooit kunnen worden bevrijd?
Het verlangen naar de oude vleespotten van Egypte bracht de toekomst Israëlieten in groot gevaar. Door achterom te blijven kijken, konden ze de toekomst niet met geloof en hoop tegemoet zien. Pas dus op het gevaar van een dubbel leven en een ongehoorzaam hart. Je komt niet in het hemelse Kanaän als je hart niet is gericht op de weg van God.
Denk bij dit verhaal aan Spr. 23:29-30. We lezen daar: ‘Bij wie is ach, bij wie is wee? Bij wie is geruzie? Bij wie geklaag? Bij wie zijn er wonden zonder oorzaak? Bij wie wazige ogen? Bij hen die lang doorgaan bij de wijn, bij hen die komen om gemengde drank te proeven.’ Uiteindelijk lezen we hierover in vers 35: ‘Men heeft mij geslagen, ik ben niet ziek geworden, men heeft op mij ingebeukt, maar ik heb het niet gevoeld. Wanneer zal ik ontwaken? Ik ga weer op zoek naar wijn.’
1. Wat kun je leren van het verhaal van Zefat? Wat had hij moeten doen?
2. Heb je ervaring met verslaving? Hoe ben je daar van losgekomen?
+++
Dag 150. Leiding en bescherming onder de wolk
Israël werd tijdens de woestijnreis geleid en beschermd door de wolk- en vuurkolom. De wolk ziet op de aanwezigheid van God en de leiding door de Heilige Geest. De Israëlieten behoorden gelovig te volgen onder de wolk, om uiteindelijk veilig aan te kunnen komen in het beloofde land Kanaän. Welke geestelijke lessen kunnen we eruit halen voor ons geloofsleven? We zien het in de komende teksten van dit dagboek. Heb je God wel lief met heel je hart en volg je Jezus onder de leiding van de Heilige Geest?
In Deut. 6:4-5 lezen we: ‘Hoor Israël, de HEERE, onze God, de HEERE is één!’ Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht.’ In deze Joodse geloofsbelijdenis begint met het woord Sjema, dat ‘hoor!’ betekent. Dat houdt in dat je niet alleen moet luisteren, maar ook gehoor moet geven aan de woorden van God. Horen in de Bijbel is ‘gehoorzamen’. Mozes vervolgt: ‘Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn.’
We lezen in Ex.13:21-22 over de woestijnreis van de Israëlieten: ‘De HEERE ging vóór hen uit, overdag in een wolkkolom om hun de weg te wijzen, en ‘s nachts in een vuurkolom om hun licht te geven, zodat zij dag en nacht verder konden trekken. Hij nam de wolkkolom overdag en de vuurkolom in de nacht niet weg voor de aanblik van het volk.’
De wolk was dus het middel waarmee God het volk op de reis door de woestijn leidde (zie Num.9:15-23) en beschermde. Als een gelovige Israëliet onder de wolk verkeerde, wist hij zich veilig. Buiten de schaduw en het licht van de wolk was het onveilig en gevaarlijk. In de schaduw van de Almachtige was men beschermd tegen hitte en vijanden. Onder de wolk was er een schaduw tegen de hitte en licht in de duisternis.
Laat je leiden door het licht en de beloften van het Woord van God. Als je buiten de schaduw en het licht van de wolk leeft, verdroogt en verduistert je geestelijk leven. Dan blijf je dwalen en kun je de goede weg niet vinden.
1. Waarom moesten de Israëlieten gehoorzaam volgen onder de wolk?
2. Hoe kun je jezelf nu nog laten leiden door God, zoals Israël onder de wolk?
+++
Dag 151. Volg je Jezus met een oprecht hart?
Heb jij ook een hart voor de zaak van koning Jezus? Zorg ervoor dat je gehoorzaam meeloopt onder de wolk, naar het beloofde land. Zorg er ook voor dat je hart helemaal in de wolk is. Dan ben je tevreden en gelukkig. Je mag dan meereizen met een volledig verzorgde reis naar het hemelse Kanaän. Je hoeft je slechts te houden aan Gods heilzame opdrachten. De wolk ziet op de leiding door de Heilige Geest in het leven van de gelovigen. Laat je jezelf ook leiden door de Geest van God?
In de volgende afbeelding zie je dat het hart onverdeeld onder de wolk verkeerd.
Deze christen wil nog in de aanwezigheid van God zijn. Het lijkt een eerlijke gelovige, een werkelijke discipel. Hopelijk blijft deze christen volhardend volgen. Een echte discipel is een leerling en volgeling van Jezus. Een discipel wil zoveel mogelijk leren en zoveel mogelijk volgen. Een echte discipel vraagt naar de wil van God.
Als je Jezus uit liefde volgt, ervaar je dat Zijn liefdesgeboden niet zwaar zijn. We lezen in 1 Joh.5:3-4: ‘Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last. Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof.’ Als je gelooft in Jezus, de Zoon van God, mag je door Hem de wereld overwinnen (vers 5). Je moet in de liefde van Jezus blijven. Probeer in het centrum van Gods wil te blijven, dan is je hart midden onder de wolk.
1. Hoe laat je jezelf leiden door de Heilige Geest?
2. Wanneer volg je Jezus met je hart, naar de wil van God?
+++
Dag 152. Ontwikkel geen dubbele identiteit!
Er zijn helaas veel christenen die eigenlijk maar ‘onoprechte meelopers’ zijn. Zij hebben geen hart voor de zaak van koning Jezus. Zij lopen mee uit gewoonte, uit angst of uit oppervlakkige godsdienstige motieven. Dat zijn uiteindelijk ook ‘geestelijke verliezers’. Ze ontwikkelen een dubbele identiteit.
Ze kennen een stiekem leven en een leven ‘voor het zicht’. Ze houden in het geheim zonden aan de hand, wat anderen niet mogen weten. Deze duistere geheimen kun je bewaren in je computerprogramma’s of reserveren voor je uitgaansleven. Het ontwikkelen van een zwart hart in het verborgene kan veel schade gaan opleveren in het vervolg van je leven.
De zonde zal steeds meer vat krijgen op onderdelen van je leven. En zonde betekent: ‘je doel missen’. Als je de zonde bewust toelaat, is dit als het openzetten van een sluisdeur. Zet deze sluisdeur niet op een kier! In het begin is het vaak nog wel te beheersen, maar als je de sluis verder openzet, wordt de stuwende stroom steeds sterker. Op den duur is er niet meer tegen te vechten en laat je het maar gaan. Je kunt niet meer zonder en het wordt een verslaving. Bezin je daarom als je er aan begint! Een oud gezegde leert ons: ‘Weersta de eerste beginselen (van het kwaad)’.
Het kwaad begint dus bij het ontwikkelen van een dubbele identiteit onder de beschermende wolk. Bedenk voor jezelf: ‘Waar zal het me brengen?’ Welke schade zal het me (op den duur) opleveren?
In de volgende afbeelding zie je de ontwikkeling van het zwarte hart achter de zichtbare buitenkant van een christen die nog meeloopt onder de wolk.
Als je erin volhardt, kun je jezelf langzaam maar zeker uit de bescherming van God zondigen. Volhard niet in het kwaad.
1. In hoeverre heb je al een dubbele identiteit ontwikkeld?
2. Wanneer ben je oprecht van hart? (Betrek hierbij Psalm 119:1-3, 9-11.)
+++
Dag 153. Verhard je hart niet!
De Heilige Geest waarschuwt verschillende malen in de Schrift, dat we onze harten niet moeten verharden. Lees maar in Ps. 95:7-9, Hebr. 3:7-8 en Hebr. 4:7. Misschien ben je ook ‘een stiekem hart’ aan het ontwikkelen achter je computerscherm of op verborgen plaatsen. Niemand mag dit dan van je weten. In het begin spreekt je geweten nog wel, maar je probeert deze het zwijgen op te leggen.
Als het geweten niet meer spreekt, ben je waarschijnlijk al buiten de directe bescherming van de wolk geraakt. Dwangmatigheid en verslaving krijgen dan steeds meer grip op onderdelen van je leven.
Het hart van een afdwalend christen kan al spoedig voor een groot deel in de wereld zijn en voor een kleiner deel in de kerk. Het hart is dan voor kleiner deel onder de wolk en een groter deel in de zondige wereld. In de volgende afbeelding zie je dan dat het hart dus ook voor het grootste deel zwart is.
Als je niet oprecht van hart bent, kun je eigenlijk niet normaal meekomen met de gezonde gelovigen. Je moet dan steeds weer aangespoord en gecorrigeerd worden door meer radicale gelovigen.
Het kan zijn dat je dan onwillig bent, maar door een wettische zweep wordt voortgedreven. Je leeft dan onder een juk van dienstbaarheid. Dit was dus ook het geval met de overgrote meerderheid van de Israëlieten in de woestijn. Velen verlangden weer naar de vleespotten van Egypte. Hun hart lag daar nog. Daarom kwamen ze om in de woestijn, zoals de vrouw van Lot buiten Sodom. Als je niet met een oprecht, toegewijd hart naar het hemelse Kanaän reist, is de kans groot dat je er nooit aankomt!
1. Lees Hebreeën 3:7-11. Waarom is dat tekstgedeelte zo aangrijpend?
2. Hoe kun je elkaar waarschuwen, zoals je dat leest in de volgende verzen 12-19? Wat is daarbij nodig tot ons behoud?
+++
Dag 154. Dubbelhartige twijfelaars
De dubbelhartige christenen zijn ook vaak de geestelijke twijfelaars. Als er veel twijfelaars zijn in een gemeente, kan dit liggen aan gebrekkige voorlichting en het prediken van de twijfelende, zwakke mens in plaats van het onvoorwaardelijk geloof in Jezus Christus. We moeten Jezus Christus, de grote Overwinnaar prediken en niet de steeds weer verliezende mens. Dubbelhartige christenen zijn vaak ook twijfelaars. Dubbelhartigheid betekent in veel gevallen ook onoprechtheid. Het kan ook liggen aan gebrek aan geestelijke kennis. Daarom is een goede, heldere prediking van uitermate groot belang!
We lezen in Jak.1:5-8: ‘En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. 6 Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. 7 Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere. 8 Hij is een dubbelhartig man, onstandvastig in al zijn wegen.’
Wees niet verdeeld van hart en gespleten van ziel! In het Grieks staat er: ‘een man tweezielig onbestendig’, in het Engels: ‘He is a double-minded man, unstable in all his ways.’ Zo iemand is labiel en kan niet standvastig volgen. Hij is innerlijk verdeeld en gespleten van ziel.
Het oudtestamentische ideaal was, volgens de Studiebijbel: ‘het ongedeeld zijn van hart en de volledige overgave aan God (Deut.18:13; Ps.18:24)’. In de Studiebijbel wordt verder verklaard bij ‘het onbestendig zijn in al zijn wegen’: ‘Dat kan worden weergegeven met ‘in heel zijn levenswandel’. Zo’n twijfelaar heeft geen innerlijke vastigheid en dat manco openbaart zich in zijn hele manier van leven.’
1. Waarom is twijfel zo nadelig voor je? (Zie daarbij Jak. 1:5-8.)
2. Wanneer ben je niet oprecht?
+++
Dag 155. Een innerlijk verdeelde prooi
We lezen in Jak. 4:1-3 over de verdeeldheid in het hart van dubbelhartige mensen: ‘Vanwaar al die strijd en al die conflicten in uw midden? Vloeien ze hier niet uit voort: uit uw hartstochten, die in alle delen van uw lichaam strijd voeren? U verlangt naar iets en krijgt het niet. U benijdt anderen en beijvert u om dingen te bemachtigen en kunt ze niet krijgen. U maakt ruzie en voert strijd, maar u krijgt niet, omdat u niet bidt. U bidt wel, maar u ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt, met het doel het in uw hartstochten door te brengen.’
Ze ontvangen niet omdat ze verkeerd, op zichzelf gericht bidden. Volgens de Studiebijbel bidden ze enkel uit zelfzuchtige overwegingen. Er wordt verder over verklaard: ‘Zij vragen God slechts om die dingen, die ze voor de bevrediging van hun lusten denken nodig te hebben.’ Het commentaar in De Studiebijbel gaat verder: ‘Het is hun er alleen maar om te doen het gevraagde in hartstocht te ‘consumeren’ (er door te brengen).
Door de innerlijke verdeeldheid in een gemeente en het hart kun je een gemakkelijke prooi worden van de duivel. Je bent dan bezig de specialiteit van diabolos, het Griekse woord voor duivel. Diabolos is afgeleid van het dia-ballo, dat ‘uit elkaar en door elkaar gooien’ betekent. Misleidende machten zien kans om onoprechte mensen met verdeelde harten te bespelen. In Efeze 4:27 lezen we dat we de duivel geen plaats of voet moeten geven. De duivel en zijn demonen hebben er een handje van om iemand te bespelen die openingen bied door zonde. Ze benutten alle kansen die ze krijgen. Laat je niet bespelen door de kwade misleider, die je buiten spel zet.
De kwade misleiders zijn voortdurend en meedogenloos bezig om verdeeldheid te zaaien, chaos te veroorzaken, uiteen te werpen, en scheuringen teweeg te brengen. Zij doen dit maatschappelijk, kerkelijk, binnen huwelijken en gezinnen en ook in het hart. De barsten, scheuren en beschadigingen breiden zich steeds verder uit, tot in de gedachten, gevoelens en ziel van de gelovigen toe.
De duivel wil verdelen en heersen. Hij wil verdeeldheid en haat. Gelukkig is er een Heiland Die alle macht heeft ontvangen in hemel en op aarde. Jezus Christus is de Overwinnaar in de geestelijke strijd. Jezus wil gelovigen helen. Hij wil dat er eenheid en liefde onder hen is.
1. Wanneer ben je een prooi van de duivel? Wat is een gevolg daarvan?
2. Waarin is de duivel als de diabolos gespecialiseerd? Hoe kun je hem hierin weerstaan? Betrek hierbij Efeze 4:27 en Jakobus 4:7-8.
+++
Dag 156. Rein en oprecht van hart zijn
Jezus spreekt in de Bergrede ‘de reinen van hart’ zalig (Matth.5:8). Rein van hart zijn betekent ‘oprecht en onverdeeld van hart zijn’ (Ps.24:4). Zij proberen niet God en de wereld tegelijk te dienen. Een rein hart is een oprecht en onverdeeld hart.
Onoprechte dubbelhartige christenen kunnen hun zonden en de wereld niet overwinnen. Dat zijn de geestelijke verliezers. Het zijn de besluiteloze meelopers met een zwakke wilskracht. Ze kunnen geen echte blijdschap en tevredenheid vinden in het geloof en meestal ook niet in de wereld. Het kunnen wettische, maar ook wereldgelijkvormige mensen zijn.
Bekering en reiniging van hart is nodig, zoals we lezen in Jak. 4:7-8: ‘Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten. Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen!’ (u die innerlijk verdeeld bent). Het gaat hier om weifelende harten die verdeeld zijn tussen God en de wereld. Deze mensen behoren met heel hun hart tot God terug te keren.
Wie wil nu zo’n halfslachtige meeloper zijn? Kom aan, wees nu eens een radicaal toegewijd gelovige! Word nu eindelijk eens een geheel toegewijd en overwinnend gelovige, waarin Jezus tot Zijn doel komt! Als Jezus het hoogste doel is in je leven, komt jouw leven tot Zijn doel.
Het verkeerd bidden (in Jak. 4:1-3) staat lijnrecht tegenover het bidden uit een oprecht hart, dat door God wel wordt verhoord. Volgens Jak. 5:15-17 wordt een gelovig, krachtig en vurig gebed wel verhoord (dat in navolging van het oprecht bidden van Elia). Zie hierbij Ps. 34:16, Ps. 145:18 en 1 Joh. 5:14-15.
1. Hoe bid je verkeerd?
2. Welk gebed wil God wel verhoren volgens de Bijbelteksten hierboven?
+++
Dag 157. Los van God ben je onbeschermd
Iemand die zich verder verhardt in de zonde, zal uiteindelijk zich steeds meer verwijderen van de beschermende en leidende wolk. Los van God ben je God-loos (goddeloos) bezig. Je ziet dat op de volgende afbeelding.
Buiten de wolk is de gevarenzone. Een afvallige bevindt zich in de gevarenzone. Hij verkeert eigenlijk al op het machtsgebied van de vorst van de duisternis. De overste van de afvallige wereld vindt nu een rechtsgrond in het hart en leven van deze afdwalende persoon. De kwade geesten zullen zeker hun invloed laten gelden als je jezelf op hun grondgebied beweegt.
Buiten de lichtende en verkoelende wolk ben je namelijk automatisch op het gebied van het rijk van de duisternis. Er is dan ook geen bescherming tegen de verzengende hitte en aanvallen van demonische Amalekieten. Je bent dan geheel onbeschermd, zonder geestelijke wapenrusting en geestelijke leiding. Hoe lang kun je nog staande blijven in het krachtenveld van het kwaad?
1. Lees Efeze 6:10-18. Waarmee kun je jezelf bekleden, om veilig te zijn tegen de geestelijke machten van het kwaad? Wat denk je van vers 18?
2. Welke functies hebben de verschillende onderdelen van de wapenrusting?
+++
Dag 158. Het afdwalend hart in de duisternis
Gewoonlijk gaat het op de afdwalende weg van kwaad tot erger. De verleidingen worden steeds sterker en heviger. De verkeerde lusten worden meer en meer aangewakkerd. Dwangmatigheid en verslavingen winnen terrein. Teleurstelling, falen, angsten en boosheid zijn het gevolg. In onze tijd van verhevigde verleidingen komt het steeds meer voor dat mensen depressief of agressief worden. Door risicovol gedrag raken velen beschadigd. Het zijn vaak gevolgen van bovenmatig gebruik van alcohol en drugs.
Op de volgende afbeelding zie je welke duistere wolken er gewoonlijk op een afdwalend hart afkomen.
Veel jongeren zijn buiten de beschermende wolk al het slachtoffer geworden van emotionele beschadigingen en seksueel misbruik. Kom daarom niet op duistere plaatsen waar je beschadigingen kunt oplopen! Satan en zijn demonen hebben het vooral op de jeugd gemunt, omdat de gevoelige en opstandige periode van de puberteit ingangen biedt.
Velen gaan dan op verkenning uit, terwijl ze zich keren tegen de waarden en normen van hun opvoeding. Zij proberen dan met het donkere hart te ontsnappen uit het beschermende keurslijf van de christelijke opvoeding. Ze beseffen dan nog niet dat de wolk juist vrijheid en een goede toekomst biedt, terwijl de duistere machten hen gevangen nemen in een poel van ellende en verderf. Vaak komen ze hier te laat achter.
1. Waardoor kun je worden overvallen als je afdwaalt buiten de beschermende aanwezigheid van God onder de wolk?
2. Waarom kom je door afdwalen vaak van kwaad tot erger?
+++
Dag 159. Kies voor het leven!
De zonde van je jeugd kunnen de kwellingen van de ouderdom zijn. Veel mensen gebruiken de eerste helft van hun leven om de tweede helft ongelukkig te zijn.
Mozes houdt Israël voor in zijn afscheidsrede in Deut. 30:6: ‘De HEERE, uw God, zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden, om de HEERE, uw God, lief te hebben met heel uw hart en met heel uw ziel, zodat u leven zult.’ In vers 14 geeft hij aan over het gebod van God: ‘Want dit woord is heel dicht bij u, in uw mond en in uw hart, om het te doen.’ Het komt aan op de oprechte keuze van ons hart.
Ook wij kunnen de volgende woorden van Mozes in Deut. 30:19-20 wel ter harte nemen, als hij doorgeeft: ‘Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, door de HEERE, uw God, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden – want Hij is uw leven en de verlenging van uw dagen…’
Gelukkig is de genade van God in Jezus Christus zó groot, dat afgedwaalde zondaren, ver van het vaderhuis, nog terug kunnen en mogen keren. We lezen hierover in het Evangelie, in Joh.3:16: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’ Het gaat hier over de zondige, van God vervreemde wereld (‘kosmon’). God laat Zijn reddend Evangelie ook komen tot afgedwaalde weglopers.
Dit komt naar voren in het gezang van J. Buurman: ‘Gij die van God zijt afgedwaald, ver van ’t vaderhuis, o weet, de poort blijft openstaan. Kom, o kom naar huis! Kom naar huis! Kom naar huis! Zwerveling, kom naar huis! Want steeds is er nog plaats genoeg, in het vaderhuis!’ Ben jij die zwerveling?
1. Leef je al pro life? Hoe kun je kiezen voor het leven, zoals Mozes aangeeft?
2. Hoe spreekt het gezang je aan? Ben jij die zwerveling (geweest)?
+++
Dag 160. Hoe kom je aan een vernieuwd hart?
We lezen in Ezech. 11:19-20 over het genadig in grijpen van God in het hart: ‘Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit hun vlees wegdoen en hun een hart van vlees geven, zodat zij in Mijn verordeningen gaan en Mijn bepalingen in acht nemen en die houden. Dan zullen zij Mij een volk zijn, en zal Ik hun een God zijn.’
God roept Zijn afkering volk op in Ezech. 18:31-32 tot een nieuw leven, met de opwekkende woorden: ‘Werp al uw overtredingen, waarmee u overtreden hebt, van u af en maak u een nieuw hart en een nieuwe geest. Waarom zou u sterven, huis van Israël? Ik schep immers geen behagen in de dood van een stervende, spreekt de Heere HEERE, dus bekeer u en leef!’
Herstel voor een gebroken hart
In de volgende afbeelding zie je dat er geloof en gebed komt vanuit een berouwvol en gebroken hart. Kijk maar naar de volgende afbeelding, waarin het symbolisch is afgebeeld.
Denk hierbij maar aan de verloren zoon (Luk.15). De weg naar het vaderhuis is dan spoedig gevonden. De vader stond al verlangend naar hem uit te zien. Toen hij in het zicht kwam, rende hij hem tegemoet en omhelsde hem, zo vies als zijn zoon ook was. Weet, terugkerende zwerveling, dat jij ook van harte welkom bent bij de hemelse Vader en bij de liefdevolle Heiland, Die juist zondaars nodigt, om samen met hen te eten. Je wordt genodigd aan de tafel van genade!
1. Zijn de genoemde teksten uit Ezechiël niet met elkaar in tegenspraak? Hoe kan het zijn dat God je een nieuw geeft en dat je bij jezelf een nieuw hart moet maken?
2. Hoe kun je weer komen in de aanwezigheid van God vanuit je zonde, verlorenheid, angst en boosheid?
+++
Dag 161. Een vernieuwd en verlicht hart
Op de volgende afbeelding zie je dat het hart weer van harte onder de wolk is. Maar nu is het anders dan bij een eerdere afbeelding. Nu is de wolk een wolk van warmte, liefde en licht voor de oprechte gelovige.
Je wilt dan gehoorzaamheid en hartelijk volgen. Niemand hoeft je erbij te slepen of in het goede spoor te houden. Je wilt het nu zelf ook, om samen met andere toegewijde gelovigen mee te gaan onder de wolk naar het beloofde hemelse Kanaän. Het is een blijmoedig volgen onder de heerlijke leiding en bescherming van de wolk. De afbeelding laat zien dat een verlicht en toegewijd hart ook licht uitstraalt naar de omgeving.
De wolk symboliseert hier duidelijk de geestelijke aanwezigheid van God in Jezus Christus in het hart van een oprechte gelovige. Het ziet ook op de leiding van de Heilige Geest in ons leven. Wij worden zelfs door deze hemelse Trooster onder de wolk vertroost en bemoedigd.
Wil je God weer gehoorzamen met een onverdeeld hart? Wil je Jezus blijven volgen in het licht? Kies er dan voor om met een volkomen hart de HEERE te dienen.
1. Wat ervaar je en straal je uit als je God gaat dienen met je hele hart?
2. En wat gebeurt er met je als je Jezus als het Licht der wereld van harte gaat volgen? Betrek hierbij Matth. 5:14-16 en Efeze 5:1, 2 en 8.
+++
Dag 162. Ga niet zonder God verder…
We kunnen de aanwezigheid van God op onze levensreis niet missen. Ga niet alleen door het leven. In het Evangelie wordt ons een heerlijke bestemming voorgesteld. Als je God in het geloof gehoorzaamt en Jezus volgt, zijn er prachtige beloften voor jou in de Bijbel. Houd je vast aan de beloften waardoor je wordt bemoedigd.
Door het geloof in Jezus kun je het geweldige plan van God leren kennen. Laat het volgende lied van Sela ook jouw gebed zijn. Het lied van Matthijn Buwalda en James MacMillan is getiteld ‘Wij gaan niet zonder U’. Hieronder volgt de tekst:
U bent onze God. Wij passen in uw plan.
U kent ons naam voor naam, en wij zijn uw volk;
wij willen zonder U geen stap meer verder gaan.
+++
Als U niet met ons meegaat Heer,
dan gaan wij niet weg, dan blijven wij hier.
Stel ons gerust, blijf bij ons Heer. Wij gaan niet zonder U.
Als U niet met ons meegaat Heer, dan gaan wij niet; wij blijven hier.
+++
U hebt ons bevrijd. Wij zijn voor U bestemd, al dwalen wij soms af.
Zeg ons wat U wilt, vertel ons wat U denkt; dan kennen wij uw hart.
+++
Als U niet met ons meegaat Heer, dan gaan wij niet; wij blijven hier.
Wees niet bang… Wees gerust… Ik ben om jullie heen.
1. Lezen Exodus 33:12-17. Wat spreekt je aan in dit tekstgedeelte?
2. Waarin komt het lied ‘Wij gaan niet zonder U’ overeen met deze Bijbelteksten? Wat bemoedigt je in dit lied?
+++
Dag 163. Wees present bij God in een veilige tent
In de wolk was de heerlijkheid van God en onder de wolk Zijn aanwezigheid (zie Ex. 24:16 en Ex. 40:34-38). De lichtende wolk was het symbool van de aanwezigheid van God bij Zijn volk. Het Hebreeuwse woord ‘Sjechinah’ komt van het werkwoord ‘wonen’. We lezen in Ex. 40:34-35: ‘Toen overdekte de wolk de tent van ontmoeting, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde de tabernakel, zodat Mozes de tent van ontmoeting niet kon binnengaan, omdat de wolk daarop bleef en de heerlijkheid van de HEERE de tabernakel vervulde.’
In de aanwezigheid van God zien we nog steeds dat er grote wonderen gebeuren. De Heilige Geest werkt het op een geestelijke wijze uit. Jezus Christus is er overwinnend aanwezig. De tabernakel en de ark waren ook onder de wolk. De wolk daalde zelfs af in het Heilige der Heiligen, waarin de ark van het verbond was.
Als je met een groep op een tentvakantie bent, ben je dus aan het ‘tabernakelen’. Geestelijk gezien ben je veilig in de schuilplaats van de Allerhoogste als je onder de wolk verkeerd in de aanwezigheid van God. Je mag daar overnachten in de schaduw van de Almachtige.
Lees Psalm 91 ter bemoediging maar eens door. In de vers 2 getuigt een gelovige: ‘Ik zeg tegen de HEERE: Mijn Toevlucht en mijn Burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw!’ Als je gelooft, ben je in de schaduw van de Almachtige. Je bent dan in Zijn aanwezigheid (in His presence). Je bent dan in de plaats waar Hij ook wil wonen in de lichtende wolk. De aanwezigheid van God (de ‘Sjechinah’) is dan ook jouw bescherming en geeft je geestelijke leiding.
In Ps.91: 9-10 lezen we verder over de veiligheid van de gelovige: ‘Want U, HEERE, bent mijn Toevlucht. De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt. Geen kwaad zal u treffen, geen plaag zal uw tent naderen.’
Onder de wolk of ‘in the presence of the Lord’ moet je wel ‘present’ zijn. Zorg daarom ook dat je erbij bent met je hart en niet geestelijk ‘absent’ bent. Dan kun je ook de aanwezigheid van God ervaren. Ben je absent of present ‘in the presence of the Lord’?
Heb jij ook een hart voor de zaak van koning Jezus? Zorg ervoor dat je gehoorzaam meeloopt onder de wolk, naar het beloofde land. Zorg er ook voor dat je hart helemaal in de wolk is. Dan ben je tevreden en gelukkig. Je mag dan meereizen met een volledig verzorgde reis naar het hemelse Kanaän. Je hoeft je slechts te houden aan Gods heilzame opdrachten. Onder de wolk is de aanwezigheid van God, en daar leer je vertrouwend volgen.
1. Wanneer ben je geestelijk absent of present bij God?
2. Wat spreekt je aan in de teksten van Psalm 91? En wat moet je dan ook uitspreken?
+++
Dag 164. Hoe kom je innerlijk tot rust bij Jezus?
Als je door genade gelovig tot Jezus bent gekomen, dan is het geestelijk met God in orde. Je zonden zijn dan vergeven en je hart is gereinigd. Op het psychische gebied van de ziel kan er echter nog heling en herstel nodig zijn.
Kerkvader Augustinus geeft aan: ‘U hebt ons naar U toe geschapen, en rusteloos is ons hart tot het rust vindt in U.’ Herken je de innerlijke onrust in je leven? Waardoor komt het? Kom je ook wel eens tot rust?
God wil Zijn kinderen tot rust en tevredenheid brengen bij Zijn liefdevolle Vaderhart. Dat kan door het gelovig zien op Jezus, Die ons verklaart in Joh. 14:9: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’
Kijk hoe Peter van Essen het vertolkt in Opwekking 641:
U heeft mij voor Uzelf gemaakt,
en mijn hart is onrustig tot het rust vindt bij U.
+++
Herder van mijn ziel, die het duister verlicht.
Ik zoek uw aangezicht tot ik rust vind bij U.
Hoe ik mij ook voel, U alleen bent mijn doel.
Ik zoek uw aangezicht tot ik rust vind bij U.
+++
Leid mij door de nacht,
Heer, Uw Woord geeft mij kracht.
Ik zoek Uw aangezicht tot ik rust vind bij U.
Dan zal ik U zien, Jezus, Heer die ik dien.
En zie Uw aangezicht waar ik rust vind bij U.
+++
1. Heb je nog last van innerlijke onrust? Hoe komt het?
2. Wat spreekt je aan in Opwekking 641? Ben je tot rust gekomen bij Jezus?
+++
Dag 165. Onrust en onvrede
Ongelovigen zijn vatbaar voor onrust en onvrede. Jesaja 57:20-21 geeft aan: ‘Maar de goddelozen zijn als een opgezweepte zee, want die kan niet tot rust komen, en zijn water woelt modder en slijk op. De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede!’ Het opzwepende water van de onrustige wereld geeft je geen houvast en vrede.
Pas ook als gelovige op voor de zuigende onderstroom in de branding van deze rusteloze tijd. Je kunt worden meegezogen door de verleidende tijdgeest achter het beeldscherm. Gelovigen kunnen ook in onrust zijn door emotionele beschadigingen en psychische problemen. Je kunt te maken hebben met onverwerkte trauma’s, depressies, overgevoeligheid, ontevredenheid en de gevolgen van afwijzing.
Oorzaken van innerlijke onrust kunnen zijn:
– Dat je jezelf nog blijft verschuilen achter je eigen pantser, in een overlevingsmodus.
– Dat je nog last hebt van oude ‘kind gevoelens’ van een onverwerkt pijnlijk verleden.
– Dat je wordt voortgedreven door angst en boosheid.
– Dat je last hebt ‘interne aanjagers’: dat je denkt maar te moeten presteren en voldoen aan bepaalde eisen ten opzichte van God en mensen.
– Dat je ontevreden en in twijfel bent over jezelf.
– Dat je de liefde van God tot jou niet beseft.
– Dat je zelf de controle wilt bewaren en niet tot overgave aan God kunt komen.
1. Wat herken je bij jezelf van de genoemde oorzaken van innerlijke onrust?
2. Hoe kun je bij deze verschillende problemen tot overgave aan God komen?
+++
Dag 166. Vind rust onder het juk van Jezus
Jezus nodigt en leert ons in Matth. 11:28-30: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vind en voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’
– Je komt tot rust bij Jezus door in Hem te geloven.
– Je blijft in Zijn rust door Hem zachtmoedigheid en nederigheid te volgen.
De Studiebijbel legt uit bij Matth. 11:29: ‘Een juk dient om de last lichter te maken. In het jodendom was het een bekend beeld voor de Thora en ‘het juk opnemen’ betekent dan: bij rabbijn in de leer gaan.’ Bij vers 28 geeft de Studiebijbel aan: ‘het volk was vermoeid en belast (Matth.9:36), omdat ze leden onder de strenge godsdienstige en andere voorschriften, die hun door de religieuze leiders opgelegd werden’ (Matth.23:4). Als je dus de leer van Jezus ter harte neemt en opvolgt, zul je de rust en vrede voor je ziel en in je hart vinden.
Uit het voorgaande blijkt ook dat je onrustig kunt worden en blijven onder een wettische religie of een godsdienst waar de wet voor het Evangelie wordt geschoven. Je komt dan onder het harde juk en de zware last van de wet.
Paulus waarschuwt daar vooral in de Galatenbrief voor, omdat men weer terugkeerde naar een wettisch leven. Hierdoor kunt je je onvrij, gespannen en onrustig voelen. Je komt dan geestelijk weer als een slaaf onder een juk van dienstbaarheid. Paulus roept je daarom ook op in Galaten 5:1: Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus je vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een slavenjuk belasten. Vanuit de grondtekst staat er: ‘je bent tot vrijheid bevrijd’. Houd daarom stand in deze vrijheid onder het zachte juk van Jezus.
1 Waarom is het juk of de leer van Jezus zo bemoedigend voor jou?
2 Waardoor kom je (weer) onder een geestelijk slavenjuk en hoe kun je er vrij van blijven?
+++
Dag 167 Stil mijn ziel, wees stil
Denk na over de tekst van Opwekking 717. Je ziet in dit lied dat de ziel wordt aangesproken, zoals dit wordt gedaan in verschillende psalmen. Hoe kun je dat voor jezelf doen, als jouw hart onrustig is? Je kunt onrustig zijn door zonden, angsten of zorgen. Hieronder volgt de tekst:
Stil, mijn ziel, wees stil, en wees niet bang
voor de onzekerheid van morgen.
God omgeeft je steeds;
Hij is er bij in je beproevingen en zorgen.
Refrein:
God, U bent mijn God, en ik vertrouw op U,
en zal niet wankelen.
Vredevorst, vernieuw een
vaste geest binnen in mij, die rust in U alleen.
+++
Stil, mijn ziel, wees stil, en dwaal niet af;
dwars door het dal zal Hij je leiden.
Stil, vertrouw op Hem,
en hef je schild tegen de pijlen van verleiding.
God, U bent mijn God…
+++